ECLI:NL:RBNHO:2022:12342

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 augustus 2022
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
9911068 WM VERZ 22-1258
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van gemachtigde in bestuursrechtelijke procedure inzake verkeerssanctie

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 26 augustus 2022, is een beroep ingesteld tegen een administratieve sanctie die aan betrokkene is opgelegd. De vermeend gemachtigde heeft namens betrokkene beroep aangetekend bij de officier van justitie, die dit beroep op 17 januari 2022 ongegrond verklaarde. Vervolgens is er beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 26 augustus 2022 is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen, evenals de vermeend gemachtigde, vertegenwoordigd door [naam 2].

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, betreft het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. In het dossier is een volmacht aanwezig, ondertekend door [naam 3] op 14 oktober 2021, maar de kantonrechter constateert dat deze volmacht niet voldoet. Er is geen bewijs dat [naam 3] bevoegd is om namens betrokkene volmacht te verlenen. De kantonrechter heeft de behandeling van de zaak aangehouden om de vermeend gemachtigde de gelegenheid te geven om stukken over te leggen die de bevoegdheid van de volmachtgever aantonen.

De kantonrechter heeft de vermeend gemachtigde in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken na de verzenddatum van de beslissing een volledige en juiste machtiging over te leggen. Indien dit niet tijdig gebeurt, kan de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaren. Als de stukken wel tijdig worden ontvangen, zal er een nieuwe datum voor de mondelinge behandeling worden gepland. De uitspraak is gedaan door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 9911068 \ WM VERZ 22-1258
CJIB-nummer : 244762624
Uitspraakdatum : 26 augustus 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)
vermeend gemachtigde: [naam 1]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie opgelegd. Vermeend gemachtigde heeft namens betrokkene daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep op 17 januari 2022 ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is namens betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. De zaak is behandeld op de zitting van 26 augustus 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Namens de vermeend gemachtigde is [naam 2] verschenen.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden.
In het dossier is een volmacht aanwezig, op basis waarvan de vermeend gemachtigde namens betrokkene in het geding is verschenen. Deze volmacht is op 14 oktober 2021 getekend door [naam 3]. De kantonrechter constateert dat deze volmacht niet voldoet, nu uit het dossier niet blijkt of [naam 3] bevoegd is om namens betrokkene volmacht te verlenen.
Op de zitting heeft [naam 2] – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard.
“[naam 3] is de bestuurder van het voertuig. Net als in een andere zaak op deze zitting, welke hiervoor is behandeld, had het beter geweest als we hier vooraf op waren gewezen. Dat is in dit geval namelijk ook niet gebeurd.”
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft desgevraagd aangegeven zich te refereren aan het oordeel van de kantonrechter.
De kantonrechter ziet aanleiding de behandeling van de zaak aan te houden om de vermeend gemachtigde in de gelegenheid te stellen om stukken over te leggen waaruit blijkt dat de volmachtgever bevoegd is om namens betrokkene machtiging te verlenen.
De vermeend gemachtigde wordt dan ook in de gelegenheid gesteld om aan het bovenstaande te voldoen binnen twee weken na de verzenddatum van deze beslissing. Indien het gevraagde niet tijdig is ontvangen, kan de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaren. Als het gevraagde wél tijdig wordt ontvangen, dan zal er een nieuwe datum worden gepland voor de mondelinge behandeling.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ stelt de vermeend gemachtigde in de gelegenheid om binnen twee weken na de verzenddatum van deze beslissing een volledige en juiste machtiging over te leggen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Datum toezending: