Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, zitting houdende in Haarlem, op 26 augustus 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. Betrokkene had een boete gekregen voor het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een bromfiets. Tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep van betrokkene ongegrond had verklaard, heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroep te laat is ingediend. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Betrokkene heeft het beroepschrift pas op 23 januari 2022 ingediend, terwijl dit uiterlijk op 15 december 2021 ontvangen had moeten zijn. In het beroepschrift heeft betrokkene geen redenen opgegeven voor de termijnoverschrijding, waardoor de kantonrechter niet kon beoordelen of er aanleiding was om de termijnoverschrijding te negeren.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat, omdat betrokkene geen verklaring heeft gegeven voor de te late indiening van het beroepschrift, het beroep niet-ontvankelijk verklaard moet worden. De uitspraak is gedaan door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de dag van toezending van de uitspraak.