Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 9 september 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen. De betrokkene had een boete ontvangen en daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Vervolgens heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter, maar dit beroep was te laat ingediend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het beroepschrift zes weken bedraagt, en dat de betrokkene het beroep pas op 29 januari 2022 had ingediend, terwijl dit uiterlijk op 31 december 2021 ontvangen had moeten zijn. De betrokkene voerde aan dat zij zich niet had gerealiseerd dat zij te laat was en dacht dat het niet zo van belang was, maar de kantonrechter oordeelde dat deze redenen niet verschoonbaar waren volgens de geldende jurisprudentie. Hierdoor kon het beroepschrift niet inhoudelijk worden behandeld en werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De kantonrechter merkte op dat, indien het beroep wel tijdig was ingediend, het ongegrond verklaard zou zijn, omdat de betrokkene eerder een boete had ontvangen voor dezelfde gedraging en had moeten onderzoeken of zij recht had op een ontheffing. De uitspraak werd gedaan door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.