ECLI:NL:RBNHO:2022:12336

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 september 2022
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
9884842 WM VERZ 22-1154
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens rijden door geslotenverklaring met matiging van de boete tot nihil

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 september 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had geen ontheffing om door een geslotenverklaring te rijden, maar voerde aan dat zij op de website van de gemeente had gelezen dat bewoners automatisch een ontheffing kregen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op de zitting van 26 augustus 2022, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig waren.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, vond plaats op 31 mei 2021 en betrof het rijden in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen. De kantonrechter oordeelde dat uit de stukken, waaronder de verklaring van de verbalisant, voldoende bleek dat de gedraging had plaatsgevonden. Ondanks dat betrokkene aanvoerde dat zij niet langs de bebording was gekomen, oordeelde de kantonrechter dat dit niet relevant was, aangezien betrokkene op de hoogte was van het inrijdverbod voor niet-bewoners.

Echter, de kantonrechter gaf betrokkene het voordeel van de twijfel met betrekking tot de informatie op de website van de gemeente. Aangezien betrokkene geen bewijs had overgelegd dat de tekst op de website daadwerkelijk zo was, maar er wel enige verwarring kon zijn ontstaan, besloot de kantonrechter de boete te matigen tot nihil. Het beroep werd gedeeltelijk gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd. De officier van justitie werd opgedragen het betaalde bedrag aan betrokkene terug te betalen. Deze uitspraak werd gedaan door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 9884842 \ WM VERZ 22-1154
CJIB-nummer : 242370035
Uitspraakdatum : 9 september 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 augustus 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen, vergezeld door haar partner. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen, bord C6 bijlage 1 RVV 1990, en is verricht op 31 mei 2021.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene is geflitst terwijl zij op Spaarndammerdijk reed. Door de inhoud van het proces-verbaal van bevindingen, alsmede door het raadplegen van Google Maps door de kantonrechter, is duidelijk geworden dat er op diverse plekken op en voor de Spaardammerdijk bebording aanwezig is die duidelijk maakt dat niet alle verkeer te allen tijde over de Spaarndammerdijk mag rijden. Dat betrokkene haar dochter naar school bracht en naar eigen zeggen niet langs bebording is gekomen, doet daar naar het oordeel van de kantonrechter niet toe. De Spaarndammerdijk is een belangrijke verbindingsweg, en betrokkene heeft toegegeven er toen al van op de hoogte te zijn geweest dat er een inrijdverbod gold voor anderen dan bewoners. Bewoners dienen een ontheffing te hebben. Betrokkene bleek geen ontheffing te hebben. De boete is dan ook terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet echter in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd aanleiding om de boete te matigen tot nihil. Betrokkene heeft aangevoerd dat zij van de website van de gemeente had begrepen dat bewoners automatisch een ontheffing kregen. Zij stelt de volgende tekst op de website van de gemeente te hebben gelezen:

Alle bewoners van Spaarndam, adressen met postcodes [postcode] en [postcode] en Zijkanaal B. Vaste bewoners die zijn ingeschreven in het bevolkingsregister en tijdelijke bewoners met bewijs tijdelijke bewoning. Voor inwoners worden de permanente ontheffingen van Spaardam eenmalig uitgegeven. Ze blijven geldig zolang kenteken en adres niet wijzigen.”
Deze tekst is niet overgelegd in de vorm van een screenshot, zodat niet onomstotelijk blijkt dat dit inderdaad op de gemeente-site zo opgenomen is geweest. Ook is, bij raadplegen van de site van de gemeente Haarlem, te zien dat er een tekst staat waaruit blijkt dat inwoners van Spaarndam (en ook mensen die er werken) een ontheffing dienen aan te vragen. Verder blijkt uit bovenstaande tekst niet in welke context deze opgenomen was, terwijl de tekst wel doet vermoeden dat er in ieder geval nog tekst voor dit tekstblokje moet zijn geweest dat inhaakt op het door betrokkene opgenomen stukje tekst. De kantonrechter zal ondanks de vragen die dit stuk tekst nog heeft opgeworpen betrokkene in dit geval, in deze zaak, het voordeel van de twijfel gunnen. Als de tekst er zo heeft gestaan, kan dit haar in verwarring hebben gebracht. De boete zal daarom worden gematigd tot nihil.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: