Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 augustus 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorvoertuig. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, voldoende is aangetoond door de stukken in het dossier, waaronder de verklaring van de verbalisant. Betrokkene heeft de gedraging niet ontkend, waardoor de boete als terecht opgelegd wordt beschouwd. Betrokkene heeft wel aangevoerd dat hij door privé-omstandigheden het bedrag moeilijk kan betalen en dat de boete in verhouding tot de overtreding hoog is. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de hoogte van de boete is vastgesteld in de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en dat het niet aan de kantonrechter is om de boete in het algemeen te matigen. Er zijn geen concrete feiten of omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven tot matiging van de boete.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de opgelegde boete in stand blijft. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. De procedure voor hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.