ECLI:NL:RBNHO:2022:12329

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 augustus 2022
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
9884300 WM VERZ 22-1120
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersgedrag op autoweg

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 augustus 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het niet zoveel mogelijk rechts houden op een autoweg. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 26 augustus 2022 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, terwijl betrokkene zelf niet verscheen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond. De verbalisant had verklaard dat betrokkene over een afstand van 10 km de meest linker rijbaan volgde, terwijl er gelegenheid was om naar rechts te schuiven. Betrokkene voerde aan dat de A4 doorgaans druk is en dat hij niemand heeft gehinderd, maar de kantonrechter oordeelde dat deze omstandigheden niet afdoen aan het verboden karakter van de gedraging.

De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en zag geen reden om de boete te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 9884300 \ WM VERZ 22-1120
CJIB-nummer : 243362415
Uitspraakdatum : 26 augustus 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 augustus 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: niet zoveel mogelijk rechts houden op een autoweg of autosnelweg.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De verbalisant heeft verklaard dat betrokkene over een afstand van 10 km de meest linker rijbaan volgde, terwijl er gelegenheid was om naar rechts op te schuiven. Betrokkene heeft aangegeven dat dit gedeelte van de A4 doorgaans erg druk is, dat er achter de tunnel van Schiphol wegwerkzaamheden waren en dat betrokkene door links te blijven rijden niemand heeft gehinderd en de verkeersveiligheid niet in gevaar heeft gebracht, maar dit alles doet niet af aan het verboden karakter van de gedraging. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: