ECLI:NL:RBNHO:2022:12325
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geldigheid van machtigingen in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 26 augustus 2022, is er een beroep ingesteld tegen een administratieve sanctie die aan betrokkene is opgelegd. De vermeend gemachtigde heeft namens betrokkene beroep aangetekend bij de officier van justitie, die dit beroep op 11 januari 2022 ongegrond verklaarde. Vervolgens is het beroep bij de kantonrechter ingediend. Tijdens de zitting op 26 augustus 2022 is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen, evenals de vermeend gemachtigde.
De kantonrechter constateert dat de machtigingen die zijn overgelegd niet voldoen aan de vereisten. De eerste volmacht, ondertekend door een natuurlijk persoon, laat onduidelijk of deze persoon bevoegd is om namens betrokkene op te treden. De tweede volmacht is ondertekend door een rechtspersoon, wat niet mogelijk is. De handtekeningen op beide documenten verschillen ook van elkaar, wat de geldigheid van de machtigingen verder in twijfel trekt.
De kantonrechter heeft de behandeling van de zaak aangehouden en de vermeend gemachtigde de gelegenheid gegeven om binnen twee weken een correcte machtiging over te leggen, inclusief bewijs van bevoegdheid. Indien dit niet tijdig gebeurt, kan het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van geldige machtigingen in bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak om aan de vereisten te voldoen.