ECLI:NL:RBNHO:2022:12284

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 december 2022
Publicatiedatum
10 februari 2023
Zaaknummer
9994972 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens doorrijden bij rood verkeerslicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het doorrijden bij een rood verkeerslicht. Betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene de zaak voorgelegd aan de kantonrechter. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging, het doorrijden bij een rood verkeerslicht, voldoende is komen vast te staan op basis van de verklaring van de verbalisant en de beschikbare bewijsstukken. De rechter heeft in overweging genomen dat het verkeerslicht al 3,9 seconden geel/oranje en 1,2 seconden rood licht had uitgestoten op het moment dat het voertuig van betrokkene de stopstreep passeerde. Daarnaast was betrokkene met een snelheid van 20 km/h aan het rijden. De kantonrechter oordeelde dat betrokkene niet op verantwoorde wijze had geanticipeerd op het verkeerslicht en dat de omstandigheden die betrokkene aanvoerde niet voldoende waren om de opgelegde boete te vernietigen of te matigen.

De uitspraak van de kantonrechter was dat het beroep ongegrond werd verklaard, en betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de toezending van de uitspraak. De kantonrechter benadrukte dat hoger beroep alleen mogelijk is als de boete meer dan € 70,00 bedraagt en dat het beroepschrift schriftelijk moet worden ingediend, tenzij om een mondelinge behandeling is verzocht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9994972 \ WM VERZ 22-680
CJIB-nummer : 241366544
Uitspraakdatum : 7 december 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 december 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De door betrokkene aangevoerde omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden geven de kantonrechter geen aanleiding de opgelegde beschikking te vernietigen dan wel te matigen, te meer daar op de foto’s van de gedraging te zien is dat het verkeerslicht al 3,9 seconden geel/oranje licht en 1,2 seconden rood licht uitstraalde op het moment dat het voertuig van betrokkene de stopstreep passeerde. Tevens blijkt uit de foto van de gedraging dat betrokkene 20 km/h reed. Er is niet zonder meer gebleken dat het in onderhavige zaak niet mogelijk was om tijdig op verantwoorde wijze te stoppen voor het rode licht. Het is aan betrokkene, als bestuurder, om op de juiste wijze te anticiperen wanneer hij een verkeerslicht nadert. Dat betrokkene dat niet heeft gedaan dient voor rekening en risico van betrokkene te komen. Bovendien is de door betrokkene omschreven situatie niet zichtbaar op de foto’s. De boete is dus terecht opgelegd.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: