ECLI:NL:RBNHO:2022:12275

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 december 2022
Publicatiedatum
10 februari 2023
Zaaknummer
10007100 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens parkeren zonder vergunning

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders zonder de vereiste vergunning. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 7 december 2022 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verbalisant geen antwoord heeft gegeven op de vragen die door de officier van justitie waren gesteld. Dit gebrek aan informatie heeft geleid tot de conclusie dat niet is komen vast te staan dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Betrokkene ontkende de gedraging en voerde aan dat hij in het bezit was van een parkeervergunning, wat hij onderbouwde met een fotoafdruk van de vergunning. De kantonrechter heeft betrokkene het voordeel van de twijfel gegeven en oordeelde dat de beslissing van de officier van justitie en de opgelegde boete vernietigd moesten worden.

De uitspraak houdt in dat de kantonrechter het beroep gegrond verklaart en de officier van justitie opdraagt het betaalde bedrag aan betrokkene terug te betalen. Tevens is betrokkene geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen zes weken na de dag van toezending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10007100 \ WM VERZ 22-701
CJIB-nummer : 240729798
Uitspraakdatum : 7 december 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting va 7 december 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: parkeren op parkeerplaats vergunninghouders (bord E9) zonder vergunning voor dat voertuig.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene ontkent dat de gedraging naar aanleiding waarvan de boete is opgelegd, is verricht en wijst daartoe op de door betrokkene bijgevoegde fotoafdruk van de betreffende parkeervergunning.
De kantonrechter is met de vertegenwoordiger van de officier van justitie van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij is van belang dat de verbalisant geen antwoord heeft gegeven op de door de officier van justitie bij brief van 8 maart 2022 gestelde vragen. Betrokkene krijgt het voordeel van de twijfel. De kantonrechter acht het in deze fase van de procedure niet aangewezen om de officier van justitie te verzoeken om nogmaals een aanvullend proces-verbaal bij de verbalisant op te vragen.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: