Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders zonder de vereiste vergunning. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 7 december 2022 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verbalisant geen antwoord heeft gegeven op de vragen die door de officier van justitie waren gesteld. Dit gebrek aan informatie heeft geleid tot de conclusie dat niet is komen vast te staan dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Betrokkene ontkende de gedraging en voerde aan dat hij in het bezit was van een parkeervergunning, wat hij onderbouwde met een fotoafdruk van de vergunning. De kantonrechter heeft betrokkene het voordeel van de twijfel gegeven en oordeelde dat de beslissing van de officier van justitie en de opgelegde boete vernietigd moesten worden.
De uitspraak houdt in dat de kantonrechter het beroep gegrond verklaart en de officier van justitie opdraagt het betaalde bedrag aan betrokkene terug te betalen. Tevens is betrokkene geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen zes weken na de dag van toezending van de uitspraak.