ECLI:NL:RBNHO:2022:12273

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 december 2022
Publicatiedatum
10 februari 2023
Zaaknummer
10007097 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van een administratieve boete wegens parkeren in een park door autopech

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De boete was opgelegd wegens het laten staan van een voertuig in een park, plantsoen of op openbare beplanting. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant. Betrokkene heeft de gedraging niet betwist, maar heeft aangevoerd dat zijn voertuig door autopech ter plaatse stil was komen te staan. De kantonrechter heeft in overweging genomen dat er geen foto van de situatie was overgelegd door de verbalisant, maar dat het voldoende aannemelijk was dat betrokkene alles had gedaan om het voertuig zo snel mogelijk te verplaatsen.

Op basis van deze omstandigheden heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot € 50,00, met handhaving van de administratiekosten. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard. Betrokkene zal het bedrag dat als zekerheidstelling is betaald, terugontvangen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10007097 \ WM VERZ 22-700
CJIB-nummer : 240140448
Uitspraakdatum : 7 december 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 december 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voertuig laten staan in park, plantsoen openbare beplanting of groenstroken.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene betwist de gedraging dan ook niet, maar doet een beroep op de omstandigheden van het geval. Door autopech kwam het voertuig van betrokkene ter plaatse stil te staan.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd en ter zitting nader heeft toegelicht aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat er bij de verbalisant een foto is opgevraagd, maar deze niet is aangeleverd. Daarnaast acht de kantonrechter het, ondanks het ontbreken van bewijsstukken, zoals bijvoorbeeld een factuur van een garage, voldoende aannemelijk dat het voertuig ten tijde van de constatering op die plaats stond met pech en dat betrokkene er alles aan heeft gedaan om het voertuig zo snel mogelijk weer te verplaatsen. De boete zal worden gematigd tot € 50,00, met handhaving van de administratiekosten.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 50,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: