Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 juni 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring. De betrokkene had een boete ontvangen op 26 april 2021, terwijl zijn ontheffing voor het voertuig pas op 11 mei 2021 inging. De betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, maar deze werd ongegrond verklaard. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op de zitting van 7 juni 2022, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de betrokkene zelf niet.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, het negeren van de geslotenverklaring, op verschillende tijdstippen heeft plaatsgevonden. De betrokkene erkent de gedraging, maar stelt dat hij vergeten is een nieuwe ontheffing aan te vragen voor zijn nieuwe auto. Hij heeft al 8,5 jaar een ontheffing voor de geslotenverklaring vanwege zijn werk in Oostzaan. De kantonrechter concludeert echter dat de boete terecht is opgelegd, aangezien de ontheffing niet geldig was op het moment van de overtreding.
De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om de boete te matigen en heeft het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en de betrokkene is geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de toezending van de uitspraak.