ECLI:NL:RBNHO:2022:12262

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 juni 2022
Publicatiedatum
8 februari 2023
Zaaknummer
9816075 \ WM VERZ 22-438
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van boete wegens niet afgesloten verzekering voor motorrijtuig na schorsing

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 juni 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd omdat betrokkene voor zijn motorrijtuig niet de vereiste verzekering had afgesloten en in stand gehouden. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 7 juni 2022 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, inderdaad had plaatsgevonden, aangezien het voertuig op de betreffende datum niet verzekerd was. Betrokkene had echter voldoende aannemelijk gemaakt dat hij na het opleggen van de boete actie heeft ondernomen en het voertuig per 16 januari 2021 heeft geschorst. Gezien het feit dat het voertuig niet op de weg is geweest, heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot de helft. De uitspraak houdt in dat het beroep gedeeltelijk gegrond is verklaard en de beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, waarbij de boete is vastgesteld op € 200,00, met handhaving van de administratiekosten. Tevens is bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem terugbetaalt.

De uitspraak is openbaar gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 9816075 \ WM VERZ 22-438
CJIB-nummer : 239563793
Uitspraakdatum : 7 juni 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 juni 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter overweegt dat de gedraging vast staat, omdat het voertuig op de genoemde datum inderdaad niet verzekerd is geweest. Dat betekent dat een boete kon worden opgelegd. Dat betrokkene is vergeten om het voertuig tijdig te schorsen, komt voor zijn rekening en risico, omdat het aan betrokkene is om zich op de hoogte te stellen van de verplichtingen die zijn verbonden aan de tenaamstelling van een kenteken.
Echter, betrokkene heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat, nadat de boete was opgelegd, actie is ondernomen. Gebleken is dat betrokkene het voertuig per 16 januari 2021 heeft geschorst. Mede gelet op het feit dat voldoende aannemelijk is dat het voertuig niet op de weg is geweest, ziet de kantonrechter daarom aanleiding om de boete te matigen tot de helft.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 200,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: