ECLI:NL:RBNHO:2022:12232

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 september 2022
Publicatiedatum
7 februari 2023
Zaaknummer
9716593 CV EXPL
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis over onbetaald verlof en loonbetaling in arbeidsconflict

In deze zaak vordert een werknemer, aangeduid als [eiseres], betaling van ruim € 15.000,00 bruto aan loon van haar werkgever, Asito Personeelsdiensten B.V. De werknemer stelt dat zij recht heeft op loon omdat de werkgever te weinig loon heeft betaald tijdens haar arbeidsongeschiktheid. De werkgever betwist dit en stelt dat de werknemer onbetaald verlof heeft opgenomen, waarover geen loon verschuldigd is. De kantonrechter oordeelt dat het onbetaald verlof van de werknemer niet is gestopt in juli 2019, en dat zij geen recht heeft op loon over de periode van onbetaald verlof. De werkgever wordt echter in de gelegenheid gesteld om de berekeningen van het SV-dagloon over te leggen voor de periode van augustus 2019 tot augustus 2022. De zaak is behandeld in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, en de uitspraak is gedaan op 21 september 2022.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9716593 \ CV EXPL 22-1097 (PA)
Uitspraakdatum: 21 september 2022
Tussenvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. R. Muurlink
[toevoeg.nr.: 4OX3719]
tegen

1.de besloten vennootschap Asito Personeelsdiensten B.V.

gevestigd te Almelo
2. de besloten vennootschap
Asito Cure Noord West B.V.
gedaagden
verder gezamenlijk te noemen: Asito
gemachtigde: mr. A. Weijermars-Kalatozova
De zaak in het kort
Een werknemer vordert in deze zaak betaling van ruim € 15.000,00 bruto aan loon. Volgens de werknemer heeft zij nog recht op loon, omdat de werkgever te weinig loon heeft betaald tijdens haar arbeidsongeschiktheid. De werkgever betwist dat. De kantonrechter oordeelt dat de werknemer drie dagen onbetaald verlof heeft opgenomen en dat over onbetaald verlof geen loon is verschuldigd. De werknemer heeft verder de berekening van de werkgever van het SV-dagloon betwist. De werkgever wordt in de gelegenheid gesteld de berekeningen van het SV-dagloon over te leggen over de periode van augustus 2019 tot augustus 2022.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding van 18 februari 2022 een vordering tegen Asito ingesteld. Asito heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 22 augustus 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [eiseres] en Asito hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiseres] bij brief van 11 augustus 2022 nog een stuk toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] , geboren op [geboortedatum] , is op 1 april 2017 in dienst getreden bij de besloten vennootschap Asito Cure Noord West B.V. Per 1 januari 2022 zijn alle medewerkers van de besloten vennootschap Asito Cure Noord West B.V. overgegaan naar de besloten vennootschap Asito Personeelsdiensten B.V.
2.2.
In maart 2019 is [eiseres] , naast haar dienstverband bij Asito, ook bij een andere werkgever, namelijk Gastvrij Kindercentra, in dienst getreden. Asito en [eiseres] hebben in onderling overleg de afspraak gemaakt dat [eiseres] onbetaald verlof zou opnemen.
2.3.
Eind juni 2019 is het werk bij Gastvrij Kindercentra tot een eind gekomen.
2.4.
Op 15 juli 2019 heeft [eiseres] met [leidinggevende] , leidinggevende, (hierna: [leidinggevende] ) een gesprek gevoerd. Bij brief van 17 juli 2019 heeft [leidinggevende] de met [eiseres] gemaakte afspraken bevestigd. In de brief staat, voor zover relevant, het volgende:

Wegens persoonlijke omstandigheden hebben we afgesproken dat je momenteel alleen op zondag zal werken, één werkdag op snip geboekt zal worden en de overige drie werkdagen op onbetaald verlof – zoals ook eerder afgesproken – zal worden voortgezet.
2.5.
[eiseres] is op 14 augustus 2019 arbeidsongeschikt geworden voor de bedongen arbeid. [eiseres] is inmiddels langer dan 104 weken arbeidsongeschikt.
2.6.
Op 8 juni 2021 heeft [eiseres] een WIA-uitkering aangevraagd bij het UWV. Bij beschikking van 28 juni 2021 heeft het UWV geoordeeld dat Asito niet alle verplichtingen is nagekomen voor de re-integratie van [eiseres] en heeft aan Asito een loonsanctie opgelegd. De periode waarin [eiseres] tijdens ziekte recht heeft op loon is door het UWV verlengd tot 10 augustus 2022. In de beschikking van het UWV van 28 juni 2021 die het UWV aan Asito heeft verzonden, staat dat Asito het loon van [eiseres] moet doorbetalen tot 10 augustus 2021.
2.7.
Bij WhatsApp-bericht heeft Asito aan [eiseres] laten weten dat zij vanaf 10 augustus 2021 een slapend dienstverband heeft met Asito. Asito heeft per die datum de loonbetalingen gestaakt.
2.8.
Bij beschikking van 24 november 2021 heeft het UWV beslist dat de tekortkoming(en) door Asito niet zijn hersteld en dat daarom de loonsanctie niet wordt verkort. “
Deze blijft op dit moment 52 weken.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eiseres] vordert, kort samengevat, een verklaring voor recht dat de arbeidsomvang 23,25 uur per week is. Verder vordert [eiseres] dat de kantonrechter Asito veroordeelt tot betaling van achterstallig loon van € 15.199,90 bruto, loon vanaf 1 februari 2022 tot het einde van de arbeidsovereenkomst, de wettelijke verhoging, de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
[eiseres] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Asito niet het aan haar toekomende loon heeft betaald gedurende de periode van arbeidsongeschiktheid. Ook heeft Asito gedurende een aantal maanden niet, ondanks dat een loonsanctie was opgelegd door het UWV, het loon aan [eiseres] uitbetaald. [eiseres] vordert daarom ook nabetaling van het loon. Over de periode vanaf augustus 2019 tot en met december 2022 heeft Asito een bedrag van € 15.199,90 bruto te weinig voldaan. [eiseres] vordert verder de wettelijke verhoging van 50%, de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.213,62.
3.3.
Asito betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat de arbeidsongeschiktheid van [eiseres] is ingegaan toen het onbetaald verlof al een aanvang had genomen. Een medewerker die ziek wordt tijdens onbetaald verlof heeft geen recht op loondoorbetaling over de uren waarop onbetaald verlof wordt genoten. [eiseres] heeft loon ontvangen over de uren die zij in de drie maanden voorafgaand aan haar arbeidsongeschiktheid heeft gewerkt. De vordering van [eiseres] dient volgens Asito dan ook te worden afgewezen.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of Asito moet worden veroordeeld tot betaling van € 15.199,90 bruto aan loon.
4.2.
Voor het antwoord op die vraag is bepalend of het door [eiseres] genoten onbetaald verlof is gestopt in juni 2019. De kantonrechter is van oordeel dat het onbetaald verlof van [eiseres] niet is gestopt in juni 2019. Daartoe wordt het volgende overwogen.
4.3.
Vast staat dat op 15 juli 2019 een gesprek heeft plaatsgevonden tussen Asito en [eiseres] . Vast staat ook dat Asito bij brief van 17 juli 2019 een brief met de tussen partijen gemaakte afspraken aan [eiseres] heeft verzonden. In de brief staat dat [eiseres] enkel op de zondagen zal werken, één snipperdag zal opnemen en drie dagen onbetaald verlof zal opnemen. Asito heeft verder maandstaten overgelegd van de maanden juni, juli en augustus 2019 waaruit blijkt dat [eiseres] onbetaald verlof heeft genoten en dat de gewerkte uren steeds op een zondag vallen. [eiseres] stelt dat de brief van 17 juli 2019 niet klopt en dat zij dit (telefonisch) aan de voorvrouw heeft gemeld. De voorvrouw zou het doorgeven aan de manager, omdat de voorvrouw ook zag dat [eiseres] meer uren maakte. [eiseres] stelt ook dat zij meer dan éचn dag per week heeft gewerkt. Ook heeft [eiseres] een WhatsApp-bericht van 21 mei 2019 overgelegd waaruit volgt dat Asito ermee akkoord gaat, dat [eiseres] weer haar eigen uren mag komen werken.
4.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Asito voldoende onderbouwd dat het door [eiseres] genoten onbetaald verlof niet is gestopt in juli 2019. Asito heeft daartoe de brief van 17 juli 2019 overgelegd waaruit duidelijk volgt dat [eiseres] enkel op de zondagen zal werken, één snipperdag zal opnemen en drie dagen onbetaald verlof zal opnemen. Ook uit de overgelegde maandstaten over de periode juni tot en met augustus 2019 volgt dat dat [eiseres] onbetaald verlof heeft genoten en dat de gewerkte uren steeds op een zondag vallen. Uit de overgelegde stukken volgt niet dat [eiseres] geprotesteerd heeft tegen de brief van 17 juli 2019. [eiseres] stelt weliswaar dat zij telefonisch zou hebben gereageerd op de brief van 17 juli 2019, maar dat is, gelet op de betwisting door Asito, onvoldoende. Het had op de weg van [eiseres] gelegen om haar stellingen op dit punt nader te onderbouwen. Zo had [eiseres] bijvoorbeeld kunnen stellen welke dagen zij dan wel zou hebben gewerkt met overlegging van bijvoorbeeld een print uit de agenda. Ook had [eiseres] verklaringen van collega’s kunnen overleggen die haar op andere dagen aan het werk hebben gezien dan de zondag. Aan het WhatsApp-gesprek van 21 mei 2019 gaat de kantonrechter voorbij, omdat dit WhatsApp-gesprek voor het gesprek van 15 juli 2019 heeft plaatsgevonden en [eiseres] van gedachten kan zijn veranderd. [eiseres] heeft geen specifiek bewijsaanbod op dit punt gedaan, zodat de kantonrechter daaraan niet toekomt.
4.5.
De conclusie van het bovenstaande is dat niet is komen vast te staan dat het onbetaald verlof van [eiseres] in juli 2019 is gestopt. Volgens artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek heeft [eiseres] geen recht op loon tijdens ziekte, indien zij zonder ziek te zijn daarop geen recht zou hebben. Dit betekent dat [eiseres] over de periode vanaf augustus 2019 geen recht op loon heeft over het genoten onbetaald verlof. Aan de stelling van [eiseres] dat Asito te weinig loon heeft betaald vanaf augustus 2019 gaat de kantonrechter dan ook voorbij.
4.6.
De vraag die vervolgens beantwoord moet worden, is of het door Asito aan [eiseres] betaalde loon wel klopt. Partijen verschillen namelijk van mening wat de hoogte van het loon moet zijn.
4.7.
Asito stelt dat het loon wordt betaald op basis van het aantal sociale verzekeringsdagen, SV-dag, per maand en dat zij het loon van [eiseres] heeft berekend conform het SV-dagloon. [eiseres] heeft de berekening van Asito ten aanzien van het SV-loon betwist omdat die berekeningen niet zijn overgelegd. Gelet op deze betwisting wordt Asito bij akte in de gelegenheid gesteld de berekeningen over te leggen van het SV-dagloon over de periode van augustus 2019 tot augustus 2022. [eiseres] mag daar bij antwoordakte op reageren.
4.8.
De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
stelt Asito in de gelegenheid om vóór of uiterlijk op de rolzitting van
woensdag 19 oktober 2022 te 09:30 uurbij akte de berekeningen van het SV-dagloon over de periode van augustus 2019 tot augustus 2022 over te leggen;
5.2.
uitstel wordt in beginsel niet verleend. Bij het ontbreken van tijdig bericht van Asito wordt er van uitgegaan dat zij geen gebruik wenst te maken van de gelegenheid tot het nemen van een akte.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.W.S. Kiliç en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter