Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 juni 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie die aan betrokkene was opgelegd. De sanctie betrof een boete voor het parkeren van een voertuig in een park, plantsoen, openbare beplanting of groenstroken. Betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 24 juni 2022 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig.
De kantonrechter heeft overwogen dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, onvoldoende was komen vast te staan. De relevante wetgeving, artikel 10 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, stelt dat in bepaalde gevallen de berm een weggedeelte is waar geparkeerd mag worden. De kantonrechter concludeerde dat de smalle grasstrook waar het voertuig van betrokkene stond, zich voordeed als een tot de weg behorende berm en niet als een park of plantsoen. Hierdoor kreeg betrokkene het voordeel van de twijfel en werd de boete ten onrechte opgelegd.
De uitspraak van de kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd. Tevens werd bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem terugbetaalt. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.