ECLI:NL:RBNHO:2022:12218

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 juni 2022
Publicatiedatum
2 februari 2023
Zaaknummer
9858633 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete wegens doorrijden bij rood verkeerslicht op aanwijzing van verkeersregelaar

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 juni 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het doorrijden bij een rood verkeerslicht. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig.

Betrokkene voerde aan dat zij op het moment van de overtreding op aanwijzing van een verkeersregelaar doorreed, vanwege wegwerkzaamheden. Ter onderbouwing van dit verweer overhandigde betrokkene een e-mail van de gemeente Hoorn, waaruit bleek dat er inderdaad een verkeersregelaar aanwezig was ter plaatse. De kantonrechter oordeelde dat de boete ten onrechte was opgelegd, omdat de gedraging van betrokkene niet als verwijtbaar kon worden beschouwd gezien de omstandigheden.

De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd. Tevens werd bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan haar moest worden terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9858633 \ WM VERZ 22-437
CJIB-nummer : 244396591
Uitspraakdatum : 24 juni 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 24 juni 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene stelt dat zij ter plaatse, vanwege wegwerkzaamheden, door een verkeersregelaar de aanwijzing kreeg om door te rijden. Ter onderbouwing van dit verweer heeft betrokkene een e-mail overgelegd van de gemeente Hoorn. De kantonrechter overweegt dat uit de door betrokkene bijgevoegde print van een e-mail van de gemeente Hoorn voldoende is gebleken dat er inderdaad sprake was van de aanwezigheid van een verkeersregelaar ter plaatse in verband met wegwerkzaamheden. Daarnaast correspondeert de afsluitingsdatum van de weg met de datum van de bekeuring. De boete is dan ook naar het oordeel van de kantonrechter ten onrechte opgelegd. Het beroep is daarom gegrond.
De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: