Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 juni 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het doorrijden bij een rood verkeerslicht. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig.
Betrokkene voerde aan dat zij op het moment van de overtreding op aanwijzing van een verkeersregelaar doorreed, vanwege wegwerkzaamheden. Ter onderbouwing van dit verweer overhandigde betrokkene een e-mail van de gemeente Hoorn, waaruit bleek dat er inderdaad een verkeersregelaar aanwezig was ter plaatse. De kantonrechter oordeelde dat de boete ten onrechte was opgelegd, omdat de gedraging van betrokkene niet als verwijtbaar kon worden beschouwd gezien de omstandigheden.
De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd. Tevens werd bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan haar moest worden terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.