ECLI:NL:RBNHO:2022:12217

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 juni 2022
Publicatiedatum
2 februari 2023
Zaaknummer
9858622 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens parkeren zonder parkeerschijf

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 24 juni 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het parkeren van een motorvoertuig op meer dan twee wielen bij een blauwe streep, zonder een duidelijk geplaatste parkeerschijf. Betrokkene heeft erkend dat hij vergeten was de parkeerschijf achter de voorruit te leggen, wat de gedraging vaststelde. Hij voerde aan dat hij tegenover zijn woning geparkeerd stond omdat zijn oprit geblokkeerd was door een vrachtwagen van een leverancier. Betrokkene stelde dat hij in de haast was vergeten de schijf neer te leggen.

De kantonrechter overwoog dat, bij controle, een verbalisant bevoegd is om een bekeuring uit te schrijven indien de blauwe parkeerschijf niet is geplaatst. Betrokkene was niet bezig met laden en lossen en had de schijf in het voertuig moeten neerleggen om aan te tonen dat hij bevoegd was om daar te parkeren. De kantonrechter oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om de boete te matigen. De hoogte van de boete was vastgesteld in de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV).

Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. De procedure in hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9858622 \ WM VERZ 22-435
CJIB-nummer : 244788850
Uitspraakdatum : 24 juni 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 24 juni 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Namens betrokkene is dhr. Gischler ook verschenen. De kantonrechter heeft de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren bij blauwe streep terwijl niet is voorzien van een duidelijke geplaatste parkeerschijf.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene heeft erkend dat hij was vergeten om de parkeerschijf achter de voorruit te leggen, zodat de gedraging hiermee is komen vast te staan. Betrokkene doet een beroep op de omstandigheden van het geval. Betrokkene stelt dat hij recht tegenover zijn woning stond geparkeerd omdat zijn eigen oprit werd geblokkeerd door een vrachtwagen van een leverancier van de plaatselijke banketbakker. In de haast is betrokkene vergeten de blauwe schijf neer te leggen.
Bij een controle is een verbalisant bevoegd om een bekeuring uit te schrijven, indien de blauwe parkeerschijf niet is geplaatst. Betrokkene was niet bezig met laden en lossen. Om aan te tonen dat betrokkene bevoegd was om op die locatie te parkeren had betrokkene een blauwe schijf in het voertuig moeten neerleggen. Dat betrokkene dit niet heeft gedaan dient voor rekening en risico van betrokkene te komen. De hoogte van de boetes is vastgesteld in de bijlage bij de WAHV. Er is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake van feiten of omstandigheden op grond waarvan de boete behoort te worden gematigd. De boete is dus terecht opgelegd.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: