Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 8 juli 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging waarbij betrokkene van rijstrook wisselde zonder het andere verkeer voor te laten gaan. Betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep tegen de boete ongegrond had verklaard. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 1 juli 2022 zijn zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene zelf verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de verklaringen van beide partijen gehoord. De verklaring van de verbalisant, die de boete had opgelegd, werd als uitgangspunt genomen, maar betrokkene voerde aan dat hij niet van rijstrook had gewisseld en dat zijn gedrag consistent was met het rijden rechtdoor.
De kantonrechter overwoog dat in WAHV-zaken de verklaring van een verbalisant in beginsel voldoende is voor de vaststelling van de gedraging, maar dat dit anders kan zijn als er specifieke feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven tot twijfel. Gezien de consistentie van het verweer van betrokkene en de omstandigheden van de zaak, besloot de kantonrechter dat er aanleiding was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Hierdoor kreeg betrokkene het voordeel van de twijfel, wat leidde tot de conclusie dat de boete ten onrechte was opgelegd.
De uitspraak van de kantonrechter was dan ook dat het beroep gegrond werd verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd werden vernietigd, en dat de zekerheidstelling aan betrokkene diende te worden gerestitueerd.