Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 7 november 2022. De griffer heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Mr. Van Lingen heeft daarbij gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die hij ter zitting aan de rechtbank heeft overgelegd en die daarmee onderdeel zijn van de processtukken.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“Over de hoofdsommen of het restant daarvan is een rente verschuldigd van drie en een half procent per jaar (3,5%). Deze rente moet maandelijks, en wel, op de eerste dag van elke maand, voor het eerst op een februari tweeduizend tien over het sedert heden versterken tijdvak, worden voldaan”.Daaruit valt niet anders af te leiden dan dat partijen een jaarlijks door [kind 2] verschuldigde rente zijn overeengekomen, zij het dat deze wat betreft de opeisbaarheid in maandelijkse termijnen is opgedeeld. [betrokkene] had dus iedere maand aanspraak kunnen maken op de op dat moment gerijpte rente over het verstreken tijdvak. Dat zij dit niet heeft gedaan dient voor haar risico te komen. Bij gebreke van enige verdere toelichting van [betrokkene] ziet de rechtbank tegen deze achtergrond geen enkel aanknopingspunt in de akte voor de lezing van [betrokkene] . Het gevorderde onder 3.1 sub B zal daarom afgewezen worden.
5.De beslissing
5 april 2023voor akte uitlating procedure aan de zijde van beide partijen;