ECLI:NL:RBNHO:2022:1217

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 januari 2022
Publicatiedatum
15 februari 2022
Zaaknummer
9577915 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens doorrijden bij rood verkeerslicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens het doorrijden bij een rood verkeerslicht. De gemachtigde van de betrokkene, Boete.nu vertegenwoordigd door M.J.M. Bergers, voerde aan dat de geeltijd te kort was volgens de voorschriften van de CROW. De kantonrechter overwoog dat uit de beschikbare foto’s in het dossier bleek dat het voertuig van de betrokkene de stopstreep had gepasseerd toen het verkeerslicht al 0,3 seconde op rood en 3,9 seconden op geel had gestaan. Het verweer van de gemachtigde werd verworpen, omdat de geeltijd van 2,9 seconden niet te kort was. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete hoger is dan € 70,00.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9577915 \ WM VERZ 21-713
CJIB-nummer : 240454786
Uitspraakdatum : 21 januari 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Boete.nu (M.J.M. Bergers)

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 21 januari 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. De gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De betreffende gedraging is een overtreding van artikel 62 in verbinding met artikel 68, eerste lid, aanhef en onder c, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).
Artikel 68, eerste lid, van het RVV 1990 houdt in:
“Bij driekleurige verkeerslichten betekent:
a. groen licht: doorgaan;
b. geel licht: stop: voor bestuurders die het teken zo dicht genaderd zijn dat stoppen redelijkerwijs niet meer mogelijk is: doorgaan;
c. rood licht: stop.”
In WAHV-zaken biedt de ambtsedige verklaring van de verbalisant in beginsel een voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Naast de in de inleidende beschikking vermelde gegevens, houdt de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB onder meer het volgende in:
“De overtreding is met roodlichtapparatuur geautomatiseerd op twee digitale foto's vastgelegd.
Foto 1: Het betreffende voertuig activeert de radardetectie of de lus achter de stopstreep van het rode verkeerslicht. Op het moment van constatering brandde het rode licht reeds 0,3 seconden.
Foto 2: Circa een seconde later. Op foto 2 is duidelijk te zien dat het voertuig verder is gereden.
De tijdsduur van de geellichtfase is op de foto vermeld.”
Gemachtigde van betrokkene voert aan dat de geeltijd te kort is en verwijst daarbij naar de voorschriften van de CROW. De kantonrechter overweegt, onder verwijzing naar het arrest van het gerechtshof van 29 april 2016 (ECLI:NL:GHARL:2016:3482), als volgt. Uit de in het dossier aanwezige foto’s blijkt dat het voertuig van betrokkene de stopstreep is gepasseerd toen het verkeerslicht reeds 0,3 seconde rood licht en 3,9 seconden geel licht had uitgestraald. Het verweer van gemachtigde dat de geeltijd van 2,9 seconden te kort is slaagt dan ook niet. Het beroep is dan ook ongegrond.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Nu het beroep ongegrond wordt verklaard ziet de kantonrechter geen aanleiding om proceskosten toe te kennen.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek op vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: