Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- [de minderjarige 3] en [de minderjarige 2] , die apart zijn gehoord;
- de vader;
- de moeder, bijgestaan door mr. M. El Ahmadi;
- mevrouw [A] , namens de Raad;
- mevrouw [B] , namens de GI;
Rechtbank Noord-Holland
Op 29 december 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en (spoed)uithuisplaatsing van drie minderjarigen. De zaak werd behandeld naar aanleiding van zorgen van de Raad voor de Kinderbescherming over de veiligheid en het welzijn van de kinderen, die blootgesteld werden aan huiselijk geweld tussen de ouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een onveilige thuissituatie, waarbij zowel fysiek als verbaal geweld is gebruikt. De ouders gaven verschillende versies van de gebeurtenissen, wat de situatie verder complicaties met zich meebracht. De kinderrechter oordeelde dat het noodzakelijk was om de kinderen voorlopig onder toezicht te stellen en hen bij de vader te plaatsen, omdat zij zich daar het veiligst voelden. De kinderrechter benadrukte het belang van het verkrijgen van inzicht in de thuissituatie en de opvoedvaardigheden van beide ouders, en dat er hulpverlening moest komen om de veiligheid van de kinderen te waarborgen. De beslissing tot uithuisplaatsing werd genomen voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, tot 14 maart 2023.