ECLI:NL:RBNHO:2022:12113

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 juni 2022
Publicatiedatum
19 januari 2023
Zaaknummer
9784384 \ WM VERZ 22-361
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete wegens handelen in strijd met gesloten verklaring voor bepaalde categorie voertuigen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 juni 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting van 24 mei 2022, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van betrokkene niet. De officier van justitie handhaafde zijn beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het handelen in strijd met een gesloten verklaring op een weg die bestemd was voor bepaalde categorie voertuigen. Betrokkene voerde aan dat de databalk op de foto van de gedraging niet zichtbaar of niet leesbaar was, waardoor het niet mogelijk was om vast te stellen wanneer de overtreding had plaatsgevonden. De kantonrechter oordeelde dat de foto niet voldeed aan de beleidsregels voor handhaving, omdat er geen leesbaar tekstvak met de vereiste gegevens aanwezig was. Hierdoor was de boete ten onrechte opgelegd.

De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond en vernietigde zowel de beslissing van de officier van justitie als de beschikking waarbij de boete was opgelegd. Tevens werd bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem moest terugbetalen. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 9784384 \ WM VERZ 22-361
CJIB-nummer : 235490838
Uitspraakdatum : 2 juni 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : M.J.M. Bergers, Boete.nu te Maastricht.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 24 mei 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen in strijd met gesloten verklaring in beide richtingen weg(gedeelte) bestemd voor bepaalde categorie voertuigen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd en stelt dat de databalk op de foto van de gedraging niet is opgenomen of niet leesbaar is, zodat niet is vast te stellen wanneer de gedraging heeft plaatsgevonden en de beschikking vernietigd dient te worden.
Op grond van de geldende beleidsregels zijn er voorwaarden voor handhaving door gemeenten van een geslotenverklaring, zoals hier aan de orde. Eén van die voorwaarden is dat op de foto van de gedraging een tekstvak moet worden geplaatst waarin duidelijk leesbaar en chronologisch worden vermeld een foto-ID-nummer, datum en tijdstip van de overtreding, de locatie en rijrichting van het voertuig, eventueel de rijstrooknotatie, het kenteken van het voertuig en de feitcodevermelding. De kantonrechter stelt vast dat niet aan deze voorwaarde van de beleidsregels wordt voldaan. Op de overgelegde foto is immers geen leesbaar tekstvak met de genoemde gegevens te zien. De kantonrechter ziet geen reden om de officier van justitie nog een termijn te geven om een foto te overleggen met een leesbaar tekstvak, omdat daarvoor al voldoende gelegenheid is geweest.
Dat betekent dat de boete is opgelegd in strijd met die beleidsregels en dat er niet tot handhaving mag worden overgegaan. De boete is dus ten onrechte opgelegd. Het beroep is daarom gegrond en de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd, moeten worden vernietigd.
Nu de kantonrechter onderhavige zaak als samenhangend beschouwd met de andere ter zitting behandelde zaak met kenmerk 9784377 \ WM VERZ 22-359, behoeft op het verzoek tot proceskostenvergoeding niet meer te worden beslist.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: