In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 24 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene voor het parkeren bij een kruispunt binnen 5 meter daarvan. Betrokkene had een boete ontvangen en daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de gemachtigde van betrokkene niet aanwezig, maar de vertegenwoordiger van de officier van justitie was wel aanwezig en handhaafde de beslissing.
De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de stukken in het dossier, waaronder een aanvullend proces-verbaal van de verbalisant en foto’s van de gedraging. De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, was het parkeren binnen 5 meter van een kruispunt. Betrokkene stelde dat hij aan het laden en lossen was en niet binnen de gestelde afstand had geparkeerd. De kantonrechter oordeelde echter dat uit de beschikbare bewijsstukken bleek dat betrokkene inderdaad binnen de 5 meter had geparkeerd en dat er geen activiteiten rondom het voertuig waren die duidden op laden of lossen.
De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat het beroep ongegrond was verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen 6 weken na de dag van toezending van de uitspraak.