Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het handelen in strijd met een gesloten verklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen, zoals aangegeven door bord C 6 in bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 24 mei 2022 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, terwijl betrokkene zelf niet verscheen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de relevante stukken, waaronder de verklaring van de verbalisant, in overweging genomen. Betrokkene betwistte de gedraging niet, maar voerde aan dat hij een bewoner van Den Ilp had thuisgebracht, die in het bezit was van een ontheffing voor de gesloten verklaring. De kantonrechter oordeelde echter dat betrokkene zelf niet in het bezit was van een ontheffing, waardoor de boete terecht was opgelegd.
De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de opgelegde boete. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. De procedure voor hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.