Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het parkeren buiten een parkeervak. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant. Betrokkene voerde aan dat de verbalisant had kunnen volstaan met een waarschuwing, maar de kantonrechter oordeelde dat de politieambtenaar discretionaire bevoegdheid heeft en dat er geen feiten of omstandigheden waren die het opleggen van de boete onterecht maakten. Het verweer van betrokkene dat het voertuig niet hinderlijk was geparkeerd, werd eveneens verworpen, omdat dit niet afdeed aan het verboden karakter van de gedraging. De kantonrechter concludeerde dat de hoogte van de boete correct was vastgesteld en dat er geen aanleiding was om deze te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard.