ECLI:NL:RBNHO:2022:12082
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om uitsluitend gebruik van de echtelijke woning en toevertrouwing van kinderen in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 23 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende voorlopige voorzieningen in het kader van een echtscheiding. De vrouw verzocht om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning en om de toevertrouwing van de kinderen aan haar, terwijl de man zich hiertegen verzet. De vrouw stelde dat de spanningen in de woning onhoudbaar zijn en dat zij en de kinderen lijden onder de situatie. De man betwistte echter dat de gezamenlijke bewoning niet langer haalbaar is en voerde aan dat zij al jaren samen in de woning kunnen verblijven ondanks de echtscheiding.
De rechtbank overwoog dat, hoewel de situatie in de woning niet ideaal is, er geen bewijs is dat gezamenlijke bewoning echt niet langer mogelijk is. Beide partijen gaven aan dat zij elkaar proberen te ontwijken en dat er geen sprake is van een onveilige situatie. Daarom werd het verzoek van de vrouw om het uitsluitend gebruik van de woning afgewezen. Tevens werd het verzoek om toevertrouwing van de kinderen en de zorgregeling afgewezen, omdat de ouders voorlopig op hetzelfde adres blijven wonen. De rechtbank benadrukte dat de man de urgentie moet voelen om vervangende woonruimte te vinden en dat de vrouw opnieuw een verzoek kan indienen als de situatie verslechtert.
De beslissing werd genomen door mr. J. Lintjer, rechter, in aanwezigheid van mr. J. Leertouwer, griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beschikking staat geen rechtsmiddel open.