Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan een student voor het doorrijden bij een rood verkeerslicht. De betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de betrokkene aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging, het doorrijden bij een rood stoplicht, voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant. De betrokkene betwistte de gedraging niet, maar voerde aan dat de geeltijd van het verkeerslicht te kort was, verwijzend naar een onderzoek van CROW. De kantonrechter oordeelde dat er geen bewijs was dat de geeltijd te kort was en dat de betrokkene in beginsel in staat was om tijdig te stoppen. Echter, de kantonrechter heeft wel rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene, zoals zijn status als student en het feit dat hij de overtreding had begaan met het voertuig van zijn werkgever. Gezien het feit dat het boetebedrag bijna een geheel maandloon besloeg, heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot de helft. De uitspraak resulteerde in een gedeeltelijk gegrond beroep, waarbij de boete werd vastgesteld op € 125,00, met handhaving van de administratiekosten van € 9,00. De officier van justitie werd opgedragen het teveel betaalde bedrag aan de betrokkene terug te betalen.