Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 16 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het handelen in strijd met een gesloten verklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen, zoals aangegeven door bord C 6 in bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zitting vond plaats op 3 mei 2022, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van betrokkene niet. De officier van justitie handhaafde zijn beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de officier van justitie zijn beslissing voldoende had gemotiveerd. De kantonrechter oordeelde dat de motivering niet vereist dat op elk door betrokkene aangevoerd verweer afzonderlijk wordt ingegaan.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden van het Beleidskader voor handhaving van een gesloten verklaring is voldaan, ondanks dat op de foto van de gedraging het C-bord niet zichtbaar was. De schouwrapporten toonden aan dat het bord aanwezig was en dat het voertuig van betrokkene het bord had gepasseerd. De kantonrechter concludeerde dat betrokkene zich had moeten vergewissen van de aanwezigheid van het bord en dat de boete terecht was opgelegd. Het beroep werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend.