Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- de vader, bijgestaan door mr. S. Kuijs;
- de moeder, bijgestaan door mr. I.C. Andréa;
- [vertegenwoordiger van de GI] , namens de GI.
- [de minderjarige] heeft één keer in de twee weken twee uur omgang met de vader, zo mogelijk op een neutrale locatie of bij Family Supporters. De moeder zal [de minderjarige] brengen, maar niet bij de omgang aanwezig zijn.
- Na positieve evaluatiegesprekken kan de omgang in afstemming met de hulpverlening en de GI verder worden aangepast. Daarbij kan de GI de concrete invulling en het uitbreidingstempo bepalen, waarbij het belang van [de minderjarige] voorop staat.
- De vader mag [de minderjarige] maximaal drie keer per week in de ochtend bij het schoolplein zien. Dit moment zal bestaan uit kort begroeten en afscheid nemen. Die momenten worden niet gebruikt om [de minderjarige] cadeaus of lekkers te geven noch om [de minderjarige] het gevoel te geven dat de vader verdrietig is.