ECLI:NL:RBNHO:2022:12005

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 mei 2022
Publicatiedatum
12 januari 2023
Zaaknummer
9739073 \ WM VERZ 22-222
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake administratieve sanctie voor handelen in strijd met verkeersvoorschriften

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging die in strijd was met een gesloten verklaring op een weggedeelte dat bestemd was voor bepaalde categorie voertuigen. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 3 mei 2022 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig. Betrokkene betwistte de gedraging, met als argument dat de foto van de overtreding ontbrak, waardoor de gedraging niet kon worden vastgesteld. De kantonrechter oordeelde echter dat uit de dossierstukken, met name de verklaring van de verbalisant, voldoende bewijs aanwezig was dat de gedraging had plaatsgevonden. De foto was later door de officier van justitie opgevraagd en aan het dossier toegevoegd.

Betrokkene, die als wijkverpleegkundige werkzaam is, voerde aan dat zij in de coronatijd voor een spoedgeval buiten haar werkgebied naar een cliënt in Zaandam moest. De kantonrechter vond aanleiding om de boete te matigen, en besloot de boete te verlagen tot € 70,00, met handhaving van de administratiekosten van € 9,00. De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en het beroep werd gedeeltelijk gegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 9739073 \ WM VERZ 22-222
CJIB-nummer : 238122559
Uitspraakdatum : 3 mei 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 mei 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen in strijd met gesloten verklaring in beide richtingen weg(gedeelte) bestemd voor bepaalde categorie voertuigen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene stelt dat, vanwege het ontbreken van de foto, de gedraging niet kan worden vastgesteld.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De foto van de gedraging is door de officier van justitie opgevraagd en toegevoegd aan het dossier.
Betrokkene heeft de foto ter zitting bekeken en erkent de gedraging, maar doet een beroep op de omstandigheid dat zij als wijkverpleegkundige in de coronatijd voor een spoedgeval buiten haar eigen werkgebied naar een client in Zaandam moest.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene ter zitting heeft aangevoerd aanleiding om de boete te matigen. De boete zal worden gematigd de helft.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 70,00 (met handhaving van de administratiekosten ad € 9,00);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: