Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het zonder ontheffing of vergunning parkeren van een voertuig in een park, plantsoen, openbare beplanting of groenstroken. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 3 mei 2022 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, terwijl betrokkene zelf niet verscheen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de relevante stukken, waaronder de verklaring van de verbalisant en foto’s van de gedraging, in overweging genomen. De kantonrechter oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de gedraging had plaatsgevonden en dat betrokkene onvoldoende feiten en omstandigheden had aangevoerd om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen. Een enkele ontkenning was niet voldoende om de boete in twijfel te trekken.
De kantonrechter heeft ook geen aanleiding gezien om de boete te matigen op basis van de door betrokkene aangevoerde gronden. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de toezending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.