Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 3 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens het doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht dat op rood stond. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter, maar is niet verschenen op de zitting. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroep te laat was ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht. Betrokkene had het beroep op 7 oktober 2021 ingesteld, terwijl dit uiterlijk op 22 september 2021 ontvangen had moeten zijn. De kantonrechter oordeelde dat niet aannemelijk was dat de overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar was in de zin van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de toezending van de uitspraak.