ECLI:NL:RBNHO:2022:11981

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
9 januari 2023
Zaaknummer
C/15/295999 / HA ZA 19-716
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling omvang nalatenschap en aanvullende legitieme portie in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de omvang van de nalatenschap van de heer [A.], die op [datum] is overleden. De eiseres, [eiseres/verweerster], is de dochter van de erflater en heeft een vordering ingesteld tegen de executeur-testamentair, [gedaagde1], en mevrouw [gedaagde/eiseres2], de partner van de erflater. De eiseres vordert onder andere de vaststelling van de omvang van de nalatenschap, de legitieme portie en de verdeling van de nalatenschap. De rechtbank heeft vastgesteld dat de erflater zijn dochter en mevrouw [gedaagde/eiseres2] tot erfgenamen heeft benoemd, ieder voor de helft, en dat de executeur zijn taak heeft aanvaard. De eiseres heeft een aanvullend beroep gedaan op haar legitieme portie, waarbij zij vermoedt dat er aanzienlijke schenkingen aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] zijn gedaan tijdens het leven van de erflater. De rechtbank heeft de vorderingen van de eiseres gedeeltelijk toegewezen, waaronder de vaststelling van de legitieme portie en de toedeling van bepaalde goederen aan de eiseres. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de auto’s van de erflater, die na zijn overlijden op naam van mevrouw [gedaagde/eiseres2] zijn gesteld, tot de nalatenschap behoren. De rechtbank heeft de executeur veroordeeld om de legitieme portie aan de eiseres te voldoen, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de wijze van verdeling van de nalatenschap bepaald. De vorderingen van mevrouw [gedaagde/eiseres2] in reconventie zijn afgewezen, en de proceskosten zijn gecompenseerd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/295999 / HA ZA 19-716
Vonnis van 16 november 2022
in de zaak van
[eiseres/verweerster],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. G.M. de Weerd te Doorn,
tegen
1.
[gedaagde1], in zijn hoedanigheid van executeur-testamentair in de nalatenschap van de heer [A.] alsmede voor zich
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
advocaat mr. M.J.P. Schipper te Alkmaar,

2 [gedaagde/eiseres2] ,

wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. H. Vosmeijer te Amstelveen.
Partijen zullen hierna [eiseres/verweerster] , de executeur en mevrouw [gedaagde/eiseres2] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 4 maart 2020 en de daarin genoemde stukken
  • de conclusie van antwoord in reconventie, tevens wijziging/aanvulling van eis van [eiseres/verweerster]
  • de akte indiening producties tevens vermeerdering van eis van [eiseres/verweerster]
  • de mondelinge behandeling van 1 april 2021, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden. Partijen hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd
  • de akte van overleggen nadere stukken van de executeur
  • de akte aanvulling/ wijziging/ vermeerdering van eis van mevrouw [gedaagde/eiseres2]
  • de conclusie van antwoord in reconventie in reactie op akte aanvulling/wijziging/vermeerdering van eis mevrouw [gedaagde/eiseres2] van [eiseres/verweerster]
  • de akte uitlating en overlegging producties van [eiseres/verweerster]
  • de antwoordakte van mevrouw [gedaagde/eiseres2] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op [datum] is de heer [A.] (hierna: erflater) overleden. [eiseres/verweerster] is de dochter van erflater en mevrouw [B.] . Dit huwelijk is ontbonden door het overlijden van mevrouw [B.] op [datum] .
2.2.
Erflater had sinds eind jaren ’80 een relatie met mevrouw [gedaagde/eiseres2] . Na de dood van mevrouw [B.] zijn erflater en mevrouw [gedaagde/eiseres2] gaan samenwonen. Zij hebben op 19 juli 2007 een samenlevingsovereenkomst gesloten. Erflater en mevrouw [gedaagde/eiseres2] hebben in 2007 allebei hun eigen woning verkocht, waarna zij samen in de op 1 oktober 2007 op naam van mevrouw [gedaagde/eiseres2] aangekochte woning aan de [adres] zijn ingetrokken. Daar hebben zij tot het overlijden van erflater samengewoond.
2.3.
Erflater heeft bij testament, opgemaakt op 16 juli 2015, [eiseres/verweerster] en mevrouw [gedaagde/eiseres2] tot zijn erfgenamen benoemd, ieder voor de helft. [gedaagde1] is tot executeur benoemd. De executeur heeft zijn benoeming aanvaard en heeft een (voorlopige) boedelbeschrijving opgesteld en aangifte erfbelasting gedaan.
2.4.
[eiseres/verweerster] heeft vanwege het vermoeden van zeer aanzienlijke schenkingen van erflater tijdens leven aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] , op 16 november 2017 een aanvullend beroep gedaan op haar legitieme portie en deze per 21 januari 2018 opgeëist.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres/verweerster] vordert na wijziging eis bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Jegens de executeur
I. de executeur te veroordelen tot het in het geding brengen van de na te melden stukken, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van C 500,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat hij daarmee geheel of gedeeltelijk in gebreke zal zijn, althans toe te wijzen hetgeen de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren:
  • een notariële boedelbeschrijving onder ede bevestigd ex artikel 674 Rv, voorzien van alle onderbouwende stukken van de in de boedelbeschrijving opgenomen (waarde van) de boedelbestanddelen (bezittingen en schulden, waaronder de legitieme portie);
  • getekende akte van verkoop/levering van het pand van erflater te Praag;
  • bankafschriften van alle door erflater in Tsjechië aangehouden bankrekeningen vanaf 21 juli 2007 t/m 21 juli 2017;
  • Tsjechische belastingaangiften Hafitex s.r.o. over de jaren 1990 t/m 2000;
  • Tsjechische aangiften inkomstenbelasting, vermogensbelasting en
onroerendgoedbelasting erflater over de jaren 1990 t/m 2015 (jaar van verkoop pand in Praag);
  • notariële nota van afrekening verkoop aandelen Hafitex s.r.o. (Tsjechië) en bankafschrift ontvangst koopsom;
  • bankafschriften van alle door erflater in Spanje aangehouden bankrekeningen vanaf 21 juli 2007 t/m 21 juli 2017;
  • bankafschriften waaruit blijkt van de door de executeur gemelde overboekingen van € 15.000 tot € 25.000 vanaf een (onbekende) bankrekening van erflater naar een ABNAMRO rekening c.q. een Caixa rekening of welke andere bankrekening dan ook op naam van mevrouw [gedaagde/eiseres2] ;
  • kwitanties c.q. bankatschriften en opgave aan de notaris door Beheermaatschappij [eiseres/verweerster] BV inzake de aflossing van de hypothecaire geldlening ad f. 125.000,- (omgerekend € 56.722,53) door mevrouw [gedaagde/eiseres2] c.q. door erflater, voor de aankoop van de [adres] door mevrouw [gedaagde/eiseres2] geleend bij Beheermaatschappij [eiseres/verweerster] BV;
  • bankafschrift overboeking koopsom appartement mevrouw [gedaagde/eiseres2] op Tenerife en bewijs (bankafschrift) van herkomst van de betreffende gelden;
  • notariële akte van overdracht garagebox op Tenerife aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] en kwitantie/bankafschrift betaling koopsom aan erflater c.q. akte van schenking/kwijtschelding;
  • de vaststellingsovereenkomst tussen erflater en mevrouw [gedaagde/eiseres2] van 19 november 2009, inzake de eigendomsverhouding van de inboedelzaken/kunstvoorwerpen;
  • overschrijvingsbewijs/vrijwaringsbewijs overdracht Spaanse Mercedes van erflater met kenteken [kenteken] aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] en kentekenbewijs;
  • koopovereenkomst met de autodealer van de aankoop door erflater van de Mercedes met kenteken [kenteken] en bankafschrift/kwitantie voldoening aankoopprijs en kentekenbewijs;
  • overschrijvingsbewijs/vrijwaringsbewijs Nederlandse Mercedes van erflater met kenteken [kenteken] inzake de schenking van deze auto aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] ;
  • kentekenbewijs Nederlandse Mercedes 200 van erflater;
  • aangifte bij de politie van de diefstal van inboedelzaken en kunstvoorwerpen;
  • verzekeringspolis en volledig dossier verzekeringsaanvraag en uitkering diefstal inboedelzaken en kunstvoorwerpen, met lijst van verzekerde objecten;
  • volledig dossier inkeerregeling zoals aanwezig ten kantore van mr. Frank van Deurvorst;
  • schriftelijke geldleningsovereenkomst € 430.000,- voor verbouwing [adres] ;
  • bankafschriften en facturen waaruit alle met de aankoop, verbouwing/verbetering, financiering en aflossing van de financiering van de [adres] samenhangende geldstromen inzichtelijk worden (geldlening, rentebetalingen, aflossingen en betalingen aan de aannemer);
  • aangiften en aanslagen Vennootschapsbelasting van Beheermaatschappij [eiseres/verweerster] BV van 2007 t/m 2017;
  • aangiften en aanslagen Vennootschapsbelasting van Pensioenfonds [eiseres/verweerster] BV van 2007 t/rn 2017;
  • grootboekrekeningen van Beheermaatschappij [eiseres/verweerster] BV en Pensioenfonds [eiseres/verweerster] BV van 2007 en 2008 waaruit blijkt van de verstrekking van de betreffende geldlening van € 430.000;
  • alle bankafschriften van de bankrekening bij UBS met rekeningnummer [nummer] vanaf de opening van deze rekening t/m de dag van overlijden van erflater c.q. de dag waarop deze rekening is opgeheven;
  • alle bankafschriften van de bankrekening bij Clientis Bank met rekeningnummer [nummer] vanaf de opening van deze rekening t/m de dag van overlijden van erflater c.q. de dag waarop deze rekening is opgeheven.
Jegens mevrouw [gedaagde/eiseres2] :
mevrouw [gedaagde/eiseres2] te veroordelen tot het in het geding brengen van de na te melden stukken, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat hij daarmee geheel of gedeeltelijk in gebreke zal zijn, althans toe te wijzen hetgeen de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren:
  • bankafschrift overboeking koopsom aankoop appartement op Tenerife door mevrouw [gedaagde/eiseres2] ;
  • notariële akte van overdracht garagebox op Tenerife door erflater aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] en kwitantie/bankafschrift betaling koopsom;
  • overschrijvingsbewijs c.q. vrijwaringsbewijs overdracht Spaanse Mercedes van erflater met kenteken [kenteken] aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] ;
  • koopovereenkomst c.q. kwitantie en/of bankafschrift betaling koopsom en overschrijvingsbewijs c.q. vrijwaringsbewijs overdracht Spaanse Mercedes met kenteken [kenteken] door mevrouw [gedaagde/eiseres2] aan een derde;
  • overschrijvingsbewijs of kentekenbewijs Nederlandse Mercedes van erflater met kenteken [kenteken] ;
  • aangifte bij de politie van de diefstal van inboedelzaken en kunstvoorwerpen;
  • het volledige dossier van de inkeerregeling zoals aanwezig ten kantore van mr. Frank van Deurvorst.
  • alle overige hiervoor van de executeur verlangde stukken/gegevensdragers indien en voor zover Uw rechtbank zou oordelen dat deze om enige reden in rechte niet van de executeur verlangd zouden kunnen worden c.q. de executeur naar het oordeel van Uw rechtbank bewezen niet de mogelijkheid heeft deze te vergaren.
Deskundigenberichten (jegens de executeur c.q. jegens mevrouw [gedaagde/eiseres2] ):
  • een deskundigenbericht te gelasten om per 19 juli 2007 c.q. per een in goede justitie te bepalen andere datum van alle op de lijst van aanbrengsten en/of op de verzekeringstaxatie en/of op de aangifte bij de politie weergegeven inboedelzaken/kunstvoorwerpen de waarde bindend vast te stellen en mevrouw [gedaagde/eiseres2] daarbij te veroordelen de nog in haar bezit aanwezige inboedelzaken/kunstvoorwerpen ter beschikking te stellen aan de door Uw rechtbank aan te wijzen deskundige, opdat deze de waarde daarvan per gemelde datum bindend kan vaststellen;
  • een deskundigenbericht te gelasten om de waarde per 16 juli 2015 vast te stellen van de per die datum door erflater aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] en haar zoon voor een te lage waarde overgedragen garageboxen in [woonplaats] ;
  • een deskundigenbericht te gelasten om de waarde per de datum van schenking vast te stellen van de door erflater aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] geschonken garagebox op Tenerife;
  • een deskundigenbericht te gelasten om de waarde van de Mercedes met kenteken [kenteken] te bepalen per de datum waarop deze aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] is geschonken;
  • indien de Spaanse Mercedes van erflater met kenteken [kenteken] thans nog in eigendom is bij mevrouw [gedaagde/eiseres2] : een deskundigenbericht te gelasten om de waarde van deze auto per overlijdensdatum van erflater te bepalen.
Jegens de executeur en/of jegens mevrouw [gedaagde/eiseres2] :
I. de omvang van de legitimaire massa vast te stellen, daarbij rekening houdend met het saldo van de nalatenschap van erflater en de voor de legitimaire massa relevante schenkingen/giften;
II. de omvang van de legitieme portie van eiser vast te stellen;
III. de omvang en samenstelling van de nalatenschap van erflater vast te stellen;
IV. te verklaren voor recht:
-
primairdat de investeringen van erflater in de woning [adres] hebben geleid tot een vergoedingsvordering van erflater (thans van de nalatenschap) op mevrouw [gedaagde/eiseres2] dan wal tot een vordering uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking of onverschuldigde betaling of een vordering op grond van de aanvullende werking op grond van redelijkheid en billijkheid;
-
subsidiairdat de investeringen van erflater in de woning [adres] kwalificeren als giften/schenkingen die deel uitmaken van de legitimaire massa;
- dat alle overige vermogensverschuivingen van erflater naar mevrouw [gedaagde/eiseres2] kwalificeren als tot de legitimaire massa behorende schenkingen/giften;
- dat de overboekingen door erflater op 20 februari en 15 mei 2008 naar een onbekende derde van € 100.000 respectievelijk € 30.000 kwalificeren als tot de legitimaire massa behorende schenkingen/giften;
- dat alle in het vermogen van mevrouw [gedaagde/eiseres2] aanwezige kunstvoorwerpen/inboedelzaken op 19 juli 2007 c.q. op enige andere datum al dan niet vóór 19 juli 2007 door erflater aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] zijn geschonken voor de door de te benoemen deskundige bepaalde waarde;
-
primairdat het gehele per overlijdensdatum aanwezige saldo van de bankrekening bij de ABN AMRO Bank met nummer [nummer] tot de nalatenschap van erflater behoort;
-
subsidiairdat het per overlijdensdatum aanwezige saldo van de bankrekening bij de ABN AMRO Bank met nummer [nummer] een eenvoudige gemeenschap is, waarvan de helft tot de nalatenschap behoort en jegens welke eenvoudige gemeenschap erflater een vergoedingsvordering heeft van € 175.000,-;
-
meer subsidiairdat de helft van het per overlijdensdatum aanwezige saldo van deze rekening tot de nalatenschap behoort en de andere helft van het saldo in juli 2012 aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] is geschonken, welke schenking ad € 175.000,- deel uit maakt van de legitimaire massa.
V. A. indien mocht blijken dat de overdracht van de Spaanse Mercedes na overlijden van erflater heeft plaatsgevonden:
- de executeur te veroordelen deze overdracht te vernietigen en hem te verplichten deze auto (weer) in zijn macht te brengen;
- mevrouw [gedaagde/eiseres2] te verplichten haar medewerking te verlenen aan het (weer) in de macht brengen van de executeur van deze auto;
B. indien mocht blijken dat de overdracht van de Spaanse Mercedes na overlijden van erflater heeft plaatsgevonden en mevrouw [gedaagde/eiseres2] deze inmiddels heeft doorverkocht:
- mevrouw [gedaagde/eiseres2] te veroordelen de door haar ontvangen koopsom terug in de nalatenschap te brengen door deze te storten op een tot de nalatenschap behorende bankrekening (niet een en/of-rekening)
C. indien mocht blijken dat de overdracht van de Spaanse Mercedes voor overlijden heeft plaatsgevonden: een verklaring voor recht dat de betreffende overdracht een schenking/gift was, die deel uitmaakt van de legitimaire massa voor de door de te benoemen deskundige te bepalen waarde;
VI. de executeur te veroordelen om mevrouw [gedaagde/eiseres2] alsnog op juiste wijze in gebreke te stellen voor de voldoening van haar vergoedingsschulden aan de nalatenschap, opdat zij de wettelijke rente verschuldigd wordt;
VII. de executeur te veroordelen tot betaling aan de dochter van een bedrag groot € 28.881,- plus P.M. ter vergoeding van de schade (in de vorm van gederfde wettelijke rente) die door de executeur is veroorzaakt door het niet in gebreke stellen van mevrouw [gedaagde/eiseres2] inzake de voldoening van haar vergoedingsschulden jegens de nalatenschap, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf heden, althans vanaf een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen andere datum tot aan de dag van algehele voldoening;
VIII. de executeur te veroordelen de sinds de dag van overlijden aan de woning op Tenerife ontstane gebreken te laten verhelpen op kosten van de nalatenschap;
IX. de executeur te veroordelen de helft van de door de dochter sinds de dag van overlijden van erflater ten aanzien van de woning op Tenerife gemaakte kosten (ad € 10.425,25 + P.M.) uit de nalatenschap aan de dochter te voldoen;
X. de executeur te veroordelen om aan eiser te voldoen binnen vijf werkdagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis de legitieme portie van eiser in de nalatenschap van erflater, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid van de legitieme portie (21 januari 2018), althans vanaf een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen andere datum tot aan de dag van algehele voldoening.
XI. de executeur te veroordelen over te gaan tot inkorting van het erfdeel van mevrouw [gedaagde/eiseres2] c.q. indien nodig over te gaan tot inkorting van de aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] gedane schenkingen/giften teneinde de legitieme portie van eiser te kunnen uitkeren;
XII. de executeur te veroordelen de aangifte erfbelasting te corrigeren opdat deze overeen komt met de juiste samenstelling en omvang van de nalatenschap;
XIII. de wijze van verdeling van de nalatenschap aldus te bepalen dat:
-
Primair
- een verklaring voor recht te geven dat de voor de helft tot de nalatenschap behorende woning op Tenerife reeds aan de dochter is toegedeeld voor een waarde van deze helft van € 345.553,-; dan wel
- de voor de helft tot de nalatenschap behorende woning op Tenerife aan de dochter toe te delen, althans de wijze van verdeling aldus te gelasten, voor een waarde van deze helft van € 345.553,-;
Subsidiair
- een deskundige te benoemen die het huis op Tenerife waardeert met als waardepeildata zowel de dag van overlijden van erflater (waarde voor de legitieme portie) als de dag waarop dit huis aan de dochter wordt toegedeeld (waarde voor de verdeling); en
- de voor de helft tot de nalatenschap behorende woning op Tenerife aan de dochter toe te delen voor de helft van de door de deskundige te bepalen waarde per de datum van verdeling.
- de Mercedes 200 aan de dochter wordt toegedeeld voor een waarde van € 500,-;
- de tot de nalatenschap behorende vergoedingsvorderingen op mevrouw [gedaagde/eiseres2] aan haar worden toegedeeld, met verrekening/voldoening van de nominale waarde daarvan;
- de overige tot de nalatenschap behorende (na betaling van de schulden resterende) vermogensbestanddelen bij helfte tussen de erfgenamen worden verdeeld
XIV. gedaagden te veroordelen in de kosten van deze procedure en te bepalen dat voor wat betreft de executeur de proceskostenveroordeling niet kwalificeert als koste van executele.
XV.
Primairte bepalen dat mevrouw [gedaagde/eiseres2] haar aandeel in de tot de nalatenschap behorende Spaanse Mercedes met kenteken [kenteken] en de Nederlandse Mercedes met kenteken [kenteken] ex art. 3:194 lid 2 BW aan de dochter verbeurt en mevrouw [gedaagde/eiseres2] uit dien hoofde te veroordelen tot het verrichten van alle mogelijke (rechts)handelingen om deze auto’s op naam van de dochter te doen stellen en ook feitelijk in de beschikkingsmacht van de dochter te brengen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000 voor iedere dag dat zij hiermee na betekening van het te dezen te wijzen vonnis in gebreke mocht blijven;
Subsidiairmevrouw [gedaagde/eiseres2] uit hoofde van art. 3:194 lid 2 BW te veroordelen de volledige waarde van de gemelde Mercedessen aan de dochter te vergoeden.
Meer subsidiairworden de eisen zoals weergegeven sub V.A, V.B en V.C. gehandhaafd, zulks voor wat betreft V.A en V.B op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag dat mevrouw [gedaagde/eiseres2] c.q. de executeur hiermee na betekening van het te dezen te wijzen vonnis in gebreke mocht blijven;
XVI. mevrouw [gedaagde/eiseres2] , zelfstandig dan wel tezamen met de executeur, te veroordelen tot het in het geding brengen van een (ook) door haar onder ede bevestigde notariële boedelbeschrijving ex artikel 672 jo 674 Rv, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag dat zij hiermee na betekening van het te dezen te wijzen vonnis in gebreke mocht blijven;
XVII. bij het vaststellen van de verdeling van de nalatenschap alle door mevrouw [gedaagde/eiseres2] aan de nalatenschap verschuldigde bedragen, waaronder de € 32.000,- aan schade die zij aan het zwembad heeft toegebracht, ex artikel 3:184 BW jo. 4:228 BW zoveel mogelijk toe te rekenen op het erfdeel van mevrouw [gedaagde/eiseres2] .
XVIII. de executeur en mevrouw [gedaagde/eiseres2] te veroordelen haar aangiften inkomstenbelasting 2015, 2016 en 2017 in het geding te brengen.
3.2.
De executeur en mevrouw [gedaagde/eiseres2] voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
Mevrouw [gedaagde/eiseres2] vordert na wijziging eis bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad
I. voor recht te verklaren met betrekking tot de saldi per datum overlijden van erflater van alle gezamenlijke bankrekeningen op naam van erflater en mevrouw [gedaagde/eiseres2] samen, in ieder geval bestaande uit de rekening [nummer] met onderliggende beleggingen alsmede de rekening [nummer] , dat deze geen onderdeel uitmaken van de nalatenschap maar mevrouw [gedaagde/eiseres2] volledig toebehoren.
II. [eiseres/verweerster] te verplichten binnen twee weken na het in dezen te wijzen (tussen)vonnis aan Mevrouw [gedaagde/eiseres2] (een kopie van) de gehele administratie van erflater en van diens vennootschappen (zoals uit de correspondentie als door [eiseres/verweerster] overgelegd bij productie 9 blijkt) dient af te geven welke zij na het overlijden van erflater van de executeur heeft ontvangen.
III. aan de veroordeling genoemd onder II een dwangsom te verbinden van € 5.000,00 per dag voor iedere dag of deel daarvan dat [eiseres/verweerster] daaraan niet geheel voldoet;
IV. indien en voor zover zou worden geoordeeld dat de legitimaire massa groter is dan de waarde van de nalatenschap, [eiseres/verweerster] te bevelen:
i. volledige opgave te doen van alle schenkingen, giften en overige als zodanig aan ter merken bevoordelingen die zij bij leven van erflater heeft ontvangen
ii. stukken aan te leveren waaruit onomstotelijk blijkt dat [eiseres/verweerster] zelf de aankoop en de kosten daarvan uit eigen middelen, anders dan (al eerder) afkomstig uit het vermogen van erflater, heeft voldaan van de woning [adres] ;
iii. stukken aan te leveren waaruit onomstotelijk blijkt dat [eiseres/verweerster] zelf de aankoop van de “Finca Urbana” in Tenerife eigen middelen, anders dan (al eerder) afkomstig uit het vermogen van erflater, heeft voldaan alsmede nadien de bouw van de villa daarop met zwembad en de aanleg van het gehele perceel;
iv. stukken aan te leveren omtrent haar rekeningen bij USB of een andere Zwitserse bank waaruit de mutaties blijken vanaf het moment van openen van de rekening tot heden, dan wel waaruit onomstotelijk blijkt dat geen rekeningen op naam van [eiseres/verweerster] bestaan of hebben bestaan;
V. aan de voornoemde verplichtingen de sanctie te verbinden dat zolang [eiseres/verweerster] met de voornoemde verplichtingen geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft zij in haar vordering aangaande een eventuele aanvullende legitimaire aanspraak niet ontvankelijk is dan wel deze afgewezen wordt;
VI. de wijze van de verdeling van de nalatenschap als volgt vast te stellen in die zin dat:
i. uw rechtbank zal bepalen dat de procedurekosten kosten van executele zullen zijn, in ieder geval voor welke posten dat heeft te gelden;
ii. aan [eiseres/verweerster] de voor de helft tot de nalatenschap behorende villa in Tenerife wordt toegedeeld tegen een door een te benoemen deskundige te bepalen actuele waarde;
iii. [eiseres/verweerster] aan de nalatenschap dient te vergoeden de helft van alle kosten die sinds de datum van overlijden van erflater in verband met de villa in Tenerife uit de nalatenschap zijn voldaan, althans dat verrekening daarvan zal plaatsvinden met het erfdeel van [eiseres/verweerster] ;
iv. aan [eiseres/verweerster] de Mercedes 200 wordt toegedeeld voor een door een te benoemen deskundige te bepalen actuele waarde;
v. voor het overige aldus dat ieder aan waarde de helft zal verkrijgen van hetgeen na voldoening van schulden en kosten overblijft en onder verrekening van voornoemde toedeling aan [eiseres/verweerster] van de onder ii en iii genoemde bestanddelen.
een en ander met veroordeling van [eiseres/verweerster] in de proceskosten in conventie en in reconventie, de nakosten daaronder begrepen
3.5.
[eiseres/verweerster] voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
Gevorderde stukken
4.1.
[eiseres/verweerster] vordert in deze procedure een grote hoeveelheid stukken van de executeur, alsmede, zij het in beperktere mate, van mevrouw [gedaagde/eiseres2] . Zij legt aan haar vordering de in artikel 4:148 BW neergelegde informatieplicht van de executeur ten grondslag, alsmede de uit artikel 3:166 lid 3 BW voortvloeiende verplichting van deelgenoten in een gemeenschap zich jegens elkaar te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid. Voorts doet zij in haar hoedanigheid van legitimaris een beroep op artikel 4:78 BW. Voor zover nodig beroept zij zich tot slot op artikel 843a Rv nu zij, zo stelt [eiseres/verweerster] , een rechtmatig belang heeft bij overlegging van de gevorderde stukken. Volgens [eiseres/verweerster] tast zij zowel ten aanzien van de omvang en samenstelling van de nalatenschap als ten aanzien van de omvang en samenstelling van de legitimaire massa in het duister. Er zou sprake zijn van een ‘spel van incomplete informatie’ dat de executeur en mevrouw [gedaagde/eiseres2] met haar spelen en volgens [eiseres/verweerster] wordt slechts selectief en mondjesmaat informatie aan haar verschaft. De rechtbank volgt [eiseres/verweerster] hierin niet.
4.2.
Anders dan [eiseres/verweerster] lijkt te veronderstellen betwisten de executeur en mevrouw [gedaagde/eiseres2] niet haar recht op informatie. De executeur voert aan dat hij aan [eiseres/verweerster] de bij hem bekende informatie, ook de informatie die elders is opgevraagd, reeds ter beschikking heeft gesteld. De door [eiseres/verweerster] gevorderde stukken zijn, voor zover niet reeds aan [eiseres/verweerster] verstrekt, niet bij de executeur bekend en hij voert aan hier dan ook niet over te beschikken en deze dan ook niet te kunnen verstrekken. Dit verweer slaagt.
4.3.
Vast staat dat de executeur na het overlijden van erflater aan [eiseres/verweerster] , op haar verzoek, een grote hoeveelheid stukken ter beschikking heeft gesteld. Dat de executeur daarbij stukken uit de administratie van erflater heeft achtergehouden is niet gebleken. Door [eiseres/verweerster] zijn ook geen feiten of omstandigheden aangevoerd die een dergelijke conclusie rechtvaardigen. Nu de executeur [eiseres/verweerster] inzage heeft verschaft in de administratie van erflater, voor zover beschikbaar, is de rechtbank van oordeel dat de executeur aan zijn informatieplicht heeft voldaan. Met de executeur is de rechtbank van oordeel dat de informatieplicht van artikel 4:148 BW voor het opvragen van bankafschriften en overige stukken daterend van ver voor het overlijden van erflater geen grondslag biedt. Te meer niet nu [eiseres/verweerster] , zoals door de executeur terecht is opgemerkt, als erfgenaam rechtsopvolger onder algemene titel van erflater is en als zodanig ook zelfstandig informatie kan opvragen bij verschillende instanties. De executeur heeft bovendien steeds aangeboden aan [eiseres/verweerster] een volmacht te verlenen voor zover dat noodzakelijk zou zijn om de gevorderde stukken van de betrokken instanties te verkrijgen. Ook artikel 843a Rv biedt geen ruimte voor het opvragen van niet aanwezige stukken. De jegens de executeur ingestelde vorderingen tot overlegging van stukken zal daarom worden afgewezen.
4.4.
Gelet op het vorenstaande zal ook de jegens mevrouw [gedaagde/eiseres2] ingestelde vordering tot overlegging van deze stukken worden afgewezen. Door [eiseres/verweerster] zijn geen feiten of omstandigheden gesteld op grond waarvan kan worden aangenomen dat mevrouw [gedaagde/eiseres2] wel over deze stukken beschikt.
4.5.
Ook de voor toewijzing van de overige van mevrouw [gedaagde/eiseres2] gevorderde stukken, waaronder de aangiften inkomstenbelasting van mevrouw [gedaagde/eiseres2] , bestaat naar het oordeel van de rechtbank geen grond, nu deze stukken, zoals uit hierna overwogene volgt, voor de vaststelling van de omvang van de nalatenschap en legitimaire massa niet van belang zijn.
Notariële boedelbeschrijving
4.6.
[eiseres/verweerster] vordert voorts de executeur en mevrouw [gedaagde/eiseres2] ex artikel 674 Rv te veroordelen tot een notariële boedelbeschrijving onder ede bevestigd, voorzien van alle onderbouwende stukken van (de waarde van) de in de boedelbeschrijving opgenomen boedelbestanddelen. Voor toewijzing van een dergelijke vordering is in deze dagvaardingsprocedure echter geen plaats. Een verzoek tot benoeming van een boedelnotaris en het opmaken van een notariële boedelbeschrijving dient op grond van artikel 672 Rv aan de kantonrechter te worden gericht. De rechtbank zal [eiseres/verweerster] daarom in dit deel van haar vordering niet ontvankelijk verklaren.
4.7.
De executeur heeft een boedelbeschrijving opgesteld die uitkomt op een waarde van de nalatenschap ten bedrage van € 3.756.178,00. Volgens [eiseres/verweerster] behoeft de door de executeur opgestelde beschrijving op diverse punten aanvulling en correctie. De rechtbank zal hieronder de door [eiseres/verweerster] opgeworpen punten nader bespreken.
Omvang nalatenschap: bankrekeningen en verkoopopbrengst woning/pand Tsjechië
4.8.
Vooropgesteld wordt dat voor de vaststelling van (de omvang van) de nalatenschap uitsluitend de op sterfdatum van erflater, [datum] , aanwezige activa (en schulden) van belang zijn. Tussen partijen staat niet ter discussie dat de buitenlandse bank- en belleggingsrekeningen waar [eiseres/verweerster] nadere informatie over wil ontvangen ver voor het overlijden van erflater zijn opgeheven. Ook staat vast dat het woonhuis van erflater in Tsjechië jaren daarvoor is verkocht. Deze banksaldi en verkoopopbrengst zijn dan ook voor de vaststelling van de omvang van de nalatenschap niet relevant.
4.9.
Erflater beschikte samen met mevrouw [gedaagde/eiseres2] bij ABNAMRO bank over een en/of rekening met rekeningnummer [nummer] en een beleggingsrekening. [eiseres/verweerster] stelt dat de saldi van deze rekeningen volledig tot de nalatenschap behoren omdat deze rekeningen volledig zijn gevoed met van erflater afkomstige gelden. Dit betoog slaagt.
4.10.
Tussen partijen is niet in geschil dat erflater in 2012 het saldo van zijn beleggingsrekening bij Schretlen & Co heeft overgeboekt naar de op naam van erflater en mevrouw [gedaagde/eiseres2] geopende beleggingsrekening bij ABNAMRO bank. Anders dan mevrouw [gedaagde/eiseres2] meent is daarmee het saldo niet gemeenschappelijke geworden. [eiseres/verweerster] heeft terecht opgemerkt dat de tenaamstelling van een bankrekening slechts van belang is voor de relatie tussen de tenaamgestelden en de bank, maar geen uitsluitsel geeft over de rechten en plichten van de tenaamgestelden onderling. Van een beperkte gemeenschap met betrekking tot het saldo kan slechts sprake zijn als de rekening is gevoed met gelden afkomstig van beide tenaamgestelden. Dat is hier onbetwist niet het geval.
4.11.
Mevrouw [gedaagde/eiseres2] heeft nog aangevoerd dat zij en erflater het saldo vanaf het moment van overboeking naar de gezamenlijke rekening hebben beschouwd als een gemeenschappelijk goed en heeft mede verwezen naar artikel 3 van de samenlevingsovereenkomst waarin is bepaald dat mevrouw [gedaagde/eiseres2] voor de helft gerechtigd is in de gemeenschappelijke rekening waaruit de kosten van de gemeenschappelijke huishouding worden voldaan. De rechtbank kan mevrouw [gedaagde/eiseres2] in dit betoog niet volgen, al was het maar omdat de onderhavige rekeningen een beleggings-/spaar doel hebben en als zodanig niet bestemd waren voor het voldoen van de kosten van de gemeenschappelijke huishouding.
De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat de volledige saldi van voornoemde rekeningen tot de nalatenschap behoren. Overigens maakt de rechtbank uit de opgemaakte boedelbeschrijving op dat de executeur hier bij de vaststelling van de omvang van de nalatenschap ook reeds van uit is gegaan.
Aan de beoordeling van de subsidiaire stellingen en vorderingen met betrekking tot de saldi op voornoemde bankrekeningen wordt niet toegekomen.
Omvang nalatenschap: Vergoedingsrechten
4.12.
[eiseres/verweerster] stelt zich op het standpunt dat sprake is van een vergoedingsvordering van de nalatenschap, op mevrouw [gedaagde/eiseres2] ten bedrage van € 1.455.973,00 in verband met de aankoop en verbouwing van de woning aan de [adres] . [eiseres/verweerster] stelt dat de koopsom van de aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] in eigendom toebehorende woning volledig door erflater is gefinancierd en ook latere verbouwingen op zijn kosten zijn uitgevoerd, zodat erflater op grond van de samenlevingsovereenkomst een vordering heeft op mevrouw [gedaagde/eiseres2] en deze vordering bij het overlijden van erflater opeisbaar is geworden.
4.13.
In artikel 6 lid 4 van de samenlevingsovereenkomst van erflater en mevrouw [gedaagde/eiseres2] is bepaald dat indien door partijen een gezamenlijk te bewonen woning gezamenlijk wordt verkregen de partij die meer dan zijn/haar aandeel van de koopsom en de kosten heeft betaald voor het meerdere een vordering heeft op de andere partij die bij vervreemding van de woning en bij ontbinding van de overeenkomst opeisbaar is. Deze (standaard) bepaling regelt de verdeling/afrekening tussen samenwonende partners van de in gemeenschappelijke eigendom verkregen woning. Vast staat echter dat de woning aan de [adres] niet aan erflater en mevrouw [gedaagde/eiseres2] gemeenschappelijk in eigendom toebehoorde, maar van meet af aan uitsluitend eigendom van mevrouw [gedaagde/eiseres2] is geweest. Genoemde bepaling is dan ook niet van toepassing, zodat het door [eiseres/verweerster] gestelde vergoedingsrecht hier niet op kan worden gegrond.
4.14.
Tussen partijen is niet in geschil dat erflater er destijds bewust voor heeft gekozen om de woning niet op beider naam, maar uitsluitend op naam van mevrouw [gedaagde/eiseres2] te zetten, zonder dat zij de koopsom aan erflater schuldig bleef. Nu aldus sprake is geweest van een gift, kan van ongerechtvaardigde verrijking en/of onverschuldigde betaling geen sprake zijn, zodat een vergoedingsrecht evenmin daarop kan worden gebaseerd. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de executeur terecht in verband met de woning aan de [adres] geen aanspraak op enig vergoedingsrecht heeft gemaakt. De daarop betrekking hebbende vorderingen van [eiseres/verweerster] , waaronder ook de veroordeling van de executeur om [gedaagde/eiseres2] in gebreke te stellen en de gestelde schade van [eiseres/verweerster] te vergoeden, zullen daarom worden afgewezen.
Omvang nalatenschap: Mercedessen met kentekens [kenteken] en [kenteken]
4.15.
[eiseres/verweerster] heeft voorts opgemerkt dat in de door de executeur opgestelde boedelbeschrijving geen melding wordt gemaakt van twee aan erflater in eigendom toebehorende auto’s, beide van het merk Mercedes, met kenteken [kenteken] (in Spanje) en [kenteken] (in Nederland). [eiseres/verweerster] stelt onder overlegging van stukken dat beide auto’s na het overlijden van erflater op naam van mevrouw [gedaagde/eiseres2] zijn gesteld en mevrouw [gedaagde/eiseres2] de aanwezigheid van deze auto’s in de nalatenschap heeft verzwegen. In verband hiermee stelt zij met een beroep op artikel 3:194 lid 2 dat deze auto’s aan haar zijn verbeurd.
4.16.
Door mevrouw [gedaagde/eiseres2] is aangevoerd dat de auto’s al voor het overlijden van erflater aan haar zijn overgedragen. Ze heeft echter nagelaten dit met stukken te onderbouwen. De rechtbank zal dit verweer van mevrouw [gedaagde/eiseres2] daarom als onvoldoende onderbouwd verwerpen. Nu mevrouw [gedaagde/eiseres2] niet heeft betwist dat de auto’s oorspronkelijk eigendom van erflater en derhalve niet gemeenschappelijk waren, kan het beroep op het verblijvensbeding haar evenmin baten. Dit betekent dat beide auto’s tot de nalatenschap behoren. De executeur heeft echter verklaard dat deze auto’s hem niet bekend zijn en hij in de administratie van erflater ook geen stukken met betrekking tot deze auto’s heeft aangetroffen. De conclusie moet derhalve luiden dat deze auto’s als bestanddeel van de nalatenschap zijn verzwegen. De rechtbank zal de vordering tot verbeurdverklaring daarom toewijzen.
Aan de beoordeling van de vorderingen V.A tot en met V.C., die kennelijk (meer) subsidiair zijn ingesteld, en het daaraan verbonden verzoek om een deskundigenbericht te gelasten, wordt daarom niet toegekomen.
Omvang nalatenschap: conclusie
4.17.
Uit het vorenstaande volgt dat de door de executeur opgestelde boedelbeschrijving geen aanpassing behoeft. De omvang en de samenstelling van de nalatenschap zullen op basis hiervan worden vastgesteld, op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
De legitieme: giften aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] ?
4.18.
[eiseres/verweerster] doet voorts (aanvullend) beroep op haar legitieme. Tussen partijen is niet in geschil dat de legitimaire aanspraak van [eiseres/verweerster] de helft van de legitimaire massa bedraagt. Partijen twisten echter over de omvang van de legitimaire massa, in het bijzonder over de bij de legitimaire massa op te tellen giften.
Anders dan [eiseres/verweerster] stelt is niet een bedrag van € 396.432,- aan schenkingen uitdrukkelijk door mevrouw [gedaagde/eiseres2] (voorafgaand aan de procedure) erkend. In de desbetreffende brieven is uitdrukkelijk opgemerkt dat het genoemde bedrag van veronderstelde giften uitsluitend het oogmerk heeft om tot een minnelijk regeling te komen en hieraan verder geen enkel recht kan worden ontleend. De rechtbank zal hier dan ook verder aan voorbij gaan.
4.19.
De rechtbank stelt voorop dat als uitgangspunt heeft te gelden dat voor de berekening van de legitimaire massa slechts giften in aanmerking worden genomen die binnen vijf jaar voor het overlijden van erflater zijn gedaan. Uit de Memorie van Toelichting bij artikel 4:67 BW blijkt dat de beperking tot vijf jaar onder meer is ingegeven om te voorkomen dat voor de berekening van de legitieme te ver in het verleden moet worden teruggegrepen.
Uitzondering hierop vormen giften die kennelijk zijn gedaan en aanvaard met het vooruitzicht dat daardoor legitimarissen worden benadeeld. Aangetoond moet worden dat zowel bij de gever (erflater), als bij de ontvanger (mevrouw [gedaagde/eiseres2] ), dit “vooruitzicht’ ten tijde van de gift bestond. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat het moet gaan om “
sprekende gevallen van - gelet op de vermogensomstandigheden en -vooruitzichten - zo exorbitante giften, dat het partijen wel duidelijk moet zijn geweest dat de schenker als gevolg van de gift zijn legitimarissen weinig of niets zou nalaten” (zie Kamerstukken II, 1962/1963, 3771, nr. 6).
4.20.
Naar het oordeel van de rechtbank is daarvan in deze geen sprake. Vast staat immers dat erflater aan [eiseres/verweerster] , ondanks de gestelde schenkingen, een aanzienlijk vermogen heeft nagelaten. Op basis van de opstelling van de executeur bedraagt het saldo van de nalatenschap immers € 3.756.178,-. Erflater heeft in het verleden weliswaar zeer aanzienlijke bedragen aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] doen toekomen, onder andere door zwarte gelden naar een rekening op haar naam over te boeken en de woning aan de [adres] op haar naam aan te kopen, maar erflater kon zich dit gelet op zijn ruime (deels zwarte) vermogen ook permitteren zonder dusdanig op zijn vermogen in te teren dat daarvan weinig of niets zou overblijven voor [eiseres/verweerster] (nog daargelaten de vraag of deze overheveling van vermogen als een schenking of als voldoening aan een natuurlijke verbintenis, zoals mevrouw [gedaagde/eiseres2] stelt, kwalificeert).
4.21.
Naar het oordeel van de rechtbank is door [eiseres/verweerster] bovendien onvoldoende gesteld en onderbouwd dat mevrouw [gedaagde/eiseres2] destijds moet hebben geweten (of geacht moet worden te hebben geweten) dat [eiseres/verweerster] hierdoor later als legitimaris zou worden benadeeld. De rechtbank neemt daarbij mede in aanmerking dat erflater ook [eiseres/verweerster] in zijn vermogen heeft laten meedelen. Zo heeft zij ter zitting toegelicht dat zij op jonge leeftijd bij het bedrijf van erflater in Tsjechië werkzaam is geweest, waardoor zij een woning op Tenerife heeft kunnen aanschaffen, over een Zwitserse bankrekening beschikte en rond haar 24e jaar kennelijk 40% van de aandelen van het bedrijf van erflater toebedeeld heeft gekregen. Ook de moeder van [eiseres/verweerster] is onbetwist gedurende haar leven door erflater financieel altijd ruimschoots bijgestaan. In het licht hiervan kan niet zonder meer worden aangenomen dat mevrouw [gedaagde/eiseres2] destijds moet hebben geweten dat [eiseres/verweerster] als legitimaris zou worden benadeeld. Dat destijds geen aangifte schenkingsbelasting is gedaan, maakt dit niet anders. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien op grond waarvan dit doet vermoeden dat mevrouw [gedaagde/eiseres2] de opzet heeft gehad zoveel mogelijk schenkingen voor [eiseres/verweerster] verborgen te houden, laat staan dat hieruit kan worden opgemaakt dat mevrouw [gedaagde/eiseres2] zich realiseerde dat erflater en zij bezig waren [eiseres/verweerster] als legitimaris te benadelen, zoals [eiseres/verweerster] betoogt.
4.22.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat van exorbitante schenkingen ter benadeling van legitimarissen niet is gebleken. De stelplicht in deze rust op [eiseres/verweerster] . Zij heeft daartoe onvoldoende feiten en omstandigheden aangedragen, zodat aan bewijslevering niet wordt toegekomen. De stellingen van [eiseres/verweerster] hebben met name tot strekking dat de giften volgens [eiseres/verweerster] omvangrijk waren, maar dat is gezien het voorgaande onvoldoende om een beroep op artikel 4:67 sub a BW te rechtvaardigen. Dat erflater 10 jaar ouder was dan mevrouw [gedaagde/eiseres2] maakt dit niet anders.
4.23.
De rechtbank zal de door [eiseres/verweerster] opgevoerde giften uit de periode 1995 t/m 2011 daarom verder buiten beschouwing laten. De vorderingen van [eiseres/verweerster] die op de gestelde schenkingen tot en met 2011 betrekking hebben zullen dus worden afgewezen. Dat geldt ook voor de gestelde schenkingen van de inboedel/kunstvoorwerpen (op of vóór 19 juli 2007) en van een garagebox op Tenerife (na 2005). Een nader onderzoek daarnaar (door het gelasten van een deskundigenbericht, zoals [eiseres/verweerster] vordert) is daarom niet aan de orde.
4.24.
Met betrekking tot de periode 2012-2017 is tussen partijen in geschil of de overboekingen van € 15.000,- tot € 25.000,- die erflater met enige regelmaat naar de ABNAMRO rekening van mevrouw [gedaagde/eiseres2] en een Spaanse Caixa rekening deed, moeten worden aangemerkt als schenkingen. Volgens mevrouw [gedaagde/eiseres2] waren deze bedragen bestemd voor reiskosten, vliegtickets (businessclass), vakanties, lunches en diners buiten de deur etc. en dienen deze te worden beschouwd als kosten van levensonderhoud. [eiseres/verweerster] heeft hiertegen ingebracht dat de overgeboekte bedragen te hoog zijn om als kosten van levensonderhoud te kunnen kwalificeren en ook op grond van de bepalingen van de samenlevingsovereenkomst overboekingen naar een niet en/of rekening niet als kosten van de huishouding/levensonderhoud kwalificeren. De rechtbank volgt [eiseres/verweerster] hierin niet. Naar het oordeel van de rechtbank is de door mevrouw [gedaagde/eiseres2] gegeven verklaring voor genoemde overboekingen, gelet op de levenstandaard van erflater, bepaald niet onaannemelijk. Het lag aldus op de weg van [eiseres/verweerster] (op wie de bewijslast rust) haar stelling dat sprake was van schenkingen nader te onderbouwen. Dit heeft zij nagelaten.
Zoals mevrouw [gedaagde/eiseres2] terecht heeft opgemerkt stond het partijen bovendien vrij om de kosten van de huishouding in afwijking van de bepalingen van de samenlevingsovereenkomst, te regelen. De rechtbank zal deze overboekingen dan ook niet als schenkingen aanmerken.
4.25.
Erflater heeft de aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] in verband met de inkeerregeling op 20 september 2014 opgelegde belastingaanslag ten bedrage van € 58.206,- voldaan. De rechtbank is met [eiseres/verweerster] van oordeel dat deze betaling als een schenking aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] dient te worden aangemerkt. Het gaat immers niet om een gezamenlijke belastingschuld, maar om een navordering vanwege verzwegen aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] toebehorend (zwart) vermogen, zodat van voldoening van kosten van de huishouding, zoals mevrouw [gedaagde/eiseres2] stelt, geen sprake kan zijn.
4.26.
Erflater heeft op 16 juli 2015 twee garageboxen in [woonplaats] overgedragen aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] en haar zoon voor een bedrag van € 20.000,- per stuk. Volgens [eiseres/verweerster] zijn de garageboxen onder de werkelijke waarde overgedragen zodat hierin een gift besloten ligt. Dit betoog faalt. Van een gift is eerst sprake als de overeengekomen koopsom dusdanig laag is dat het niet anders kan zijn dan dat partijen wisten dat de koopsom niet reëel was. Naar het oordeel van de rechtbank is daarvan geen sprake. Vast staat immers dat de WOZ waarde van de garageboxen per 1 januari 2015 € 23.000,- bedroeg. Dat de garageboxen iets onder die waarde zijn overgedragen is, mede gelet op het feit dat de vastgoedmarkt in 2015 zich op zijn dieptepunt bevond, niet volstrekt irreëel. Aan een deskundigenonderzoek, zoals [eiseres/verweerster] vordert, wordt daarom niet toegekomen.
4.27.
[eiseres/verweerster] heeft er verder op gewezen dat erflater op 8 november 2016 van zijn UBS-rekening een bedrag van € 163.226,36 naar de rekening van mevrouw [gedaagde/eiseres2] heeft overgemaakt. Mevrouw [gedaagde/eiseres2] heeft aan deze overboeking geen herinnering en kan hier ook geen verklaring voor geven. Nu niet is gebleken dat tegenover deze
overboeking enige prestatie heeft gestaan, is de rechtbank met [eiseres/verweerster] van oordeel dat sprake is geweest van een schenking die bij de berekening van de legitimaire massa zal moeten worden meegenomen. De enkele niet nader onderbouwde stelling van mevrouw [gedaagde/eiseres2] dat de betaling van dit bedrag verband zal hebben gehouden met de door erflater gevoelde morele verplichting om mevrouw [gedaagde/eiseres2] verzorgd achter te laten, is in de gegeven omstandigheden onvoldoende om een beroep op de uitzondering van artikel 4:69 lid 1 sub a BW te rechtvaardigen.
De legitieme – giften aan [eiseres/verweerster] ?
4.28.
Mevrouw [gedaagde/eiseres2] stelt zich op het standpunt dat erflater in het verleden aan [eiseres/verweerster] schenkingen heeft gedaan die voor inkorting op haar legitieme in aanmerking komen. Zo heeft erflater op 31 december 1993 de woning aan de [adres] te [woonplaats] en in 1996 een (andere) woning/villa op Tenerife aan [eiseres/verweerster] in eigendom overgedragen. Volgens mevrouw [gedaagde/eiseres2] dient [eiseres/verweerster] aan te tonen dat zij de koopsommen van deze woningen zelf, uit haar eigen vermogen heeft voldaan, bij gebreke waarvan moet worden aangenomen dat deze door erflater bij wijze van schenking/gift aan haar zijn voldaan. De rechtbank volgt mevrouw [gedaagde/eiseres2] hierin niet, nu [eiseres/verweerster] reeds opgave heeft gedaan en uit de door haar overgelegde aktes blijkt dat de koopsommen door haar zijn voldaan. Dat mevrouw [gedaagde/eiseres2] hier weinig geloof aan hecht, maakt niet dat aan de dwingende bewijskracht van die aktes voorbij kan worden gegaan. Het lag op de weg van mevrouw [gedaagde/eiseres2] om aan te tonen dat, in weerwil van hetgeen in die aktes staat vermeld, sprake is geweest van schenkingen. Dat heeft zij nagelaten. De rechtbank zal daarom niet tot inkorting overgaan.
4.29.
Mevrouw [gedaagde/eiseres2] heeft nog opgemerkt dat erflater na het overlijden van de moeder van [eiseres/verweerster] (mevrouw [B.]) in een vaststellingsovereenkomst van 7 april 2005 het aan hem toegekende legaat van [B.] helft van de woning in Tenerife heeft verworpen, waardoor [eiseres/verweerster] als erfgenaam van [B.] die helft van de woning verkreeg. Volgens mevrouw [gedaagde/eiseres2] dient dit als een schenking van erflater aan [eiseres/verweerster] te worden aangemerkt. De rechtbank kan mevrouw [gedaagde/eiseres2] hierin niet volgen. De verwerping van het legaat in de vaststellingsovereenkomst werkt terug tot het overlijden van [B.] (zie naar analogie artikel 4:190 lid 4 BW). Ten gevolge daarvan wordt erflater geacht nooit rechthebbende van het legaat (een vorderingsrecht) te zijn geworden en heeft het dus ook nimmer zijn vermogen bereikt. Van een schenking van erflater aan [eiseres/verweerster] is om die reden geen sprake. De enkele, niet nader onderbouwde stelling, dat erflater het legaat heeft verworpen omdat [eiseres/verweerster] dat van hem eiste, maakt dit niet anders.
De legitieme: conclusie
4.30.
Uit het vorenstaande volgt dat het beroep van [eiseres/verweerster] op haar legitieme resulteert in een aanvullende aanspraak van € 110.716,18 (€ 58.206 + € 163.226,36 : 2). De door [eiseres/verweerster] gevorderde wettelijke rente over haar legitieme portie gerekend vanaf 21 januari 2018 zal eveneens worden toegewezen, nu zij de executeur bij brief van 16 november 2017 reeds per die datum in gebreke heeft gesteld ingeval van niet tijdige voldoening. De gevorderde veroordeling van de executeur om over te gaan tot inkorting van het erfdeel van mevrouw [gedaagde/eiseres2] en (indien nodig) tot inkorting van de aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] gedane schenkingen/giften is eveneens toewijsbaar.
[eiseres/verweerster] heeft haar belang bij een afzonderlijke vaststelling van de legitimaire massa niet toegelicht, zodat dat deel van de vordering zal worden afgewezen. Uit het voorgaande volgt voorts dat de gevorderde verklaring voor recht dat alle overige vermogensverschuivingen van erflater aan [gedaagde/eiseres2] moeten worden aangemerkt als schenking, evenmin toewijsbaar is.
De woning in Tenerife
4.31.
[eiseres/verweerster] vordert een verklaring voor recht te geven dat de voor de helft tot de nalatenschap behorende woning op Tenerife reeds aan haar is toegedeeld voor een waarde van deze helft van € 345.553,-. [eiseres/verweerster] en erflater waren gezamenlijk eigenaar van een woning op Tenerife (ieder voor de helft). In opdracht van de executeur is de woning getaxeerd op een waarde van € 691.105,-. [eiseres/verweerster] stelt zich op het standpunt dat de executeur (de onverdeelde helft in de eigendom van) de woning voor (de helft van) de taxatiewaarde aan haar, als mede eigenaar van de woning, heeft willen toedelen en zij dit aanbod heeft aanvaard, zodat een nadere taxatie niet nodig is. Dit betoog slaagt. De executeur en mevrouw [gedaagde/eiseres2] hebben immers met toedeling van de woning aan [eiseres/verweerster] ingestemd. Nu hierover overeenstemming bestond is daarmee de verdeling van (de eenvoudige gemeenschap betreffende) de woning tot stand gekomen. Dat dit goederenrechtelijk nog niet is geëffectueerd, doet daar niet aan af. Bij de waardebepaling dient immers van de waarde op het moment van verdeling te worden uitgegaan (en niet het moment van de effectuering). De rechtbank zal deze vordering daarom toewijzen.
4.32.
[eiseres/verweerster] vordert ten aanzien van de woning in Tenerife voorts:
- veroordeling van de executeur om de sinds de dag van overlijden aan de woning ontstane gebreken te laten verhelpen op kosten van de nalatenschap;
- voldoening uit de nalatenschap van de helft van de door [eiseres/verweerster] sinds de dag van overlijden van erflater ten aanzien van de woning gemaakte kosten.
Aangezien (de eenvoudige gemeenschap betreffende) de woning al is verdeeld en aan [eiseres/verweerster] is toegedeeld, zullen deze vorderingen worden afgewezen. De omstandigheid dat de effectuering van de verdeling nog niet heeft plaatsgevonden, brengt daarin in dit geval geen verandering, omdat bij de verdeling wordt uitgegaan van de getaxeerde waarde per 25 april 2019. Vanaf dat moment komen eventuele waardeveranderingen dus voor rekening van [eiseres/verweerster] en dit heeft ook te gelden voor de kosten van de woning.
4.33.
[eiseres/verweerster] stelt zich verder op het standpunt dat mevrouw [gedaagde/eiseres2] een bedrag van € 32.000,- aan de nalatenschap verschuldigd is vanwege schade die zij aan het zwembad bij de woning heeft toegebracht en vordert dit bedrag ex artikel 3:184 BW jo. 4:228 BW toe te rekenen op het erfdeel van mevrouw [gedaagde/eiseres2] . Deze vordering zal als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen. Mevrouw [gedaagde/eiseres2] heeft betwist dat door haar schade is aangericht en de enkele verklaring van de tuinman dat hij de onderhoudswerkzaamheden aan het zwembad heeft gestaakt omdat zijn rekeningen niet door mevrouw [gedaagde/eiseres2] zijn betaald, is onvoldoende om aansprakelijkheid voor deze schade te kunnen vaststellen.
4.34.
Mevrouw [gedaagde/eiseres2] stelt op haar beurt dat de kosten voor de woning in Tenerife die zijn voldaan vanaf de bankrekening van erflater voor de helft met het erfdeel van [eiseres/verweerster] verrekend moeten worden. Dit betoog van mevrouw [gedaagde/eiseres2] wordt niet gevolgd, omdat niet is gebleken dat deze kosten vanuit de nalatenschap zijn voldaan.
De Mercedes 200
4.35.
[eiseres/verweerster] vordert tenslotte dat de Mercedes 200 aan haar wordt toegedeeld tegen een waarde van € 500,-. Deze vordering zal worden toegewezen. Mevrouw [gedaagde/eiseres2] verzet zich niet tegen toedeling van deze auto aan [eiseres/verweerster] , maar stelt dat deze auto in 2014 nog getaxeerd is op een bedrag van € 14.000,-. In de boedelbeschrijving is de waarde van deze auto door de executeur echter op € 500,- vastgesteld. Niet gesteld of gebleken is dat mevrouw [gedaagde/eiseres2] hier bezwaar tegen heeft gemaakt, noch zijn door haar stukken in het geding gebracht waaruit de door haar gestelde (hogere) waarde blijkt. Gelet hierop zal de rechtbank hier verder aan voorbij gaan.
Aanpassing aangifte erfbelasting
4.36.
De executeur heeft aangegeven dat hij de aangifte erfbelasting zal corrigeren zodat deze overeen komt met de nader vastgestelde samenstelling van de nalatenschap. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat [eiseres/verweerster] bij toewijzing van deze vordering geen belang heeft.
Proceskosten
4.37.
De door mevrouw [gedaagde/eiseres2] en [eiseres/verweerster] gemaakte kosten komen voor eigen rekening.
Mevrouw [gedaagde/eiseres2] betoogt dat de kosten van deze procedure kosten van executele zijn en als zodanig ten laste van de nalatenschap komen. Voor zover zij hiermee tevens doelt op de door haar gemaakte kosten, volgt de rechtbank haar daarin niet. Zoals ook door de executeur terecht is opgemerkt, kwalificeren uitsluitend de door hem gemaakte (proces)kosten als zodanig.
in reconventie
Ontvankelijkheidsverweer vorderingen I en VI in reconventie
4.38.
[eiseres/verweerster] heeft primair een niet-ontvankelijkheidsverweer gevoerd, omdat de vorderingen I in reconventie (de bankrekeningen) en VI in reconventie (de verdeling) niet (mede) zijn ingesteld tegen de executeur.
4.39.
Overwogen wordt dat gesteld noch gebleken is dat de taak van de executeur is geëindigd. Op grond van artikel 4:145 BW is de medewerking vereist van de executeur om over goederen van de nalatenschap te kunnen beschikken. De rechtbank heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling mevrouw [gedaagde/eiseres2] daarom in de gelegenheid gesteld de executeur alsnog (in reconventie) op te roepen (vgl. artikel 118 Rv). Mevrouw [gedaagde/eiseres2] is hiertoe niet overgegaan. De rechtbank zal daarom mevrouw [gedaagde/eiseres2] in deze vorderingen niet ontvankelijk verklaren. Zowel vordering I in reconventie (de bankrekeningen), als vorderingen VI in reconventie (de verdeling), zijn overigens al in conventie inhoudelijk beoordeeld. In conventie is de executeur wel formeel procespartij.
Bespreking van de overige vorderingen in reconventie
4.40.
De vordering tot afgifte van de administratie van erflater zal bij gebrek aan belang worden afgewezen. [eiseres/verweerster] heeft ter zitting het krat met daarin alle van de executeur ontvangen bescheiden teruggegeven. De executeur en mevrouw [gedaagde/eiseres2] zijn in de gelegenheid gesteld zich bij akte over de inhoud van het krat uit te laten. Nu de executeur, noch mevrouw [gedaagde/eiseres2] heeft aangegeven dat stukken ontbraken, moet het ervoor worden gehouden dat [eiseres/verweerster] alles heeft geretourneerd.
4.41.
Mevrouw [gedaagde/eiseres2] vordert dat [eiseres/verweerster] opgave doet van door haar ontvangen schenkingen en voorts volledige inzage verstrekt in de geldstromen rond de verkrijging van de woning aan de [adres] te [woonplaats] en de (eigen) woning/villa op Tenerife, waaruit blijkt dat [eiseres/verweerster] de koopsommen voor die woningen zelf, uit haar eigen vermogen heeft voldaan. De rechtbank zal deze vorderingen afwijzen, nu [eiseres/verweerster] reeds opgave heeft gedaan en uit de door haar overgelegde aktes blijkt dat de koopsommen door haar zijn voldaan. Verwezen wordt naar hetgeen hierover in alinea 4.28 van dit vonnis is overwogen.
4.42.
Ook in reconventie zullen de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
stelt de omvang en samenstelling van de nalatenschap vast overeenkomstig het hiervoor onder 4.7 tot en met 4.17 overwogene;
5.2.
stelt vast dat het beroep van [eiseres/verweerster] op haar legitieme resulteert in een aanvullende aanspraak van € 110.716,18;
5.3.
verklaart voor recht dat het gehele per overlijdensdatum aanwezige saldo van de bankrekening bij de ABN AMRO Bank met nummer [nummer] tot de nalatenschap van erflater behoort;
5.4.
veroordeelt de executeur om aan [eiseres/verweerster] te voldoen binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis de legitieme portie van [eiseres/verweerster] in de nalatenschap van erflater, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid van de legitieme portie (21 januari 2018), tot aan de dag van algehele voldoening;
5.5.
veroordeelt de executeur over te gaan tot inkorting van het erfdeel van mevrouw [gedaagde/eiseres2] c.q. indien nodig over te gaan tot inkorting van de aan mevrouw [gedaagde/eiseres2] gedane schenkingen/giften teneinde de legitieme portie van [eiseres/verweerster] te kunnen uitkeren;
5.6.
bepaalt de wijze van de verdeling van de nalatenschap als volgt:
- verklaart voor recht dat de voor de helft tot de nalatenschap behorende woning op Tenerife aan [eiseres/verweerster] is toegedeeld voor een waarde van € 345.553,-
- de Mercedes 200 wordt aan [eiseres/verweerster] toegedeeld voor een waarde van € 500,-
- de overige tot de nalatenschap behorende (na betaling van de schulden resterende) vermogensbestanddelen worden (met inachtneming van het vorenstaande) bij helfte tussen de erfgenamen verdeeld;
5.7.
bepaalt dat mevrouw [gedaagde/eiseres2] haar aandeel in de tot de nalatenschap behorende Spaanse Mercedes met kenteken [kenteken] en de Nederlandse Mercedes met kenteken [kenteken] ex art. 3:194 lid 2 BW aan [eiseres/verweerster] verbeurt en veroordeelt mevrouw [gedaagde/eiseres2] tot het verrichten van alle mogelijke (rechts)handelingen om deze auto’s op naam van [eiseres/verweerster] te doen stellen en ook feitelijk in de beschikkingsmacht van [eiseres/verweerster] te brengen, althans de volledige waarde van de gemelde Mercedessen aan [eiseres/verweerster] te vergoeden.
5.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.9.
verklaart [eiseres/verweerster] niet-ontvankelijk in haar vordering tot benoeming van een boedelnotaris en het opmaken van een notariële boedelbeschrijving;
5.10.
wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie
5.11.
verklaart mevrouw [gedaagde/eiseres2] niet-ontvankelijk in vorderingen I en VI, en wijst de overige vorderingen af;
in conventie en in reconventie
5.12.
compenseert de proceskosten in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Pott Hofstede en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2022. [1]

Voetnoten

1.type: 710