ECLI:NL:RBNHO:2022:11925
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid en toekenning van WIA-uitkering na medisch en arbeidskundig onderzoek
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland het beroep van eiseres tegen het besluit van het UWV van 15 juli 2021, waarbij haar per 14 september 2020 een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet WIA is toegekend. De rechtbank heeft de zaak op 13 december 2022 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV. Eiseres, die eerder als senior medewerker cliënt servicedesk werkte, had zich op 17 september 2018 ziekgemeld vanwege lichamelijke klachten en ontving ziekengeld op grond van de Ziektewet. Na een aanvraag voor een WIA-uitkering heeft het UWV een medisch en arbeidskundig onderzoek uitgevoerd, waaruit bleek dat eiseres voor 61,21% arbeidsongeschikt was.
De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiseres op 14 september 2020 voor 61,21% arbeidsongeschikt is. De rechtbank concludeert dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat alle klachten, waaronder fibromyalgie en psychische klachten, adequaat zijn meegenomen in de beoordeling. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige de medische belastbaarheid van eiseres overtuigend hebben gemotiveerd en dat er geen reden is om aan de juistheid van de medische onderbouwing te twijfelen.
Eiseres is het niet eens met de vaststelling van haar arbeidsongeschiktheid en stelt dat er onvoldoende rekening is gehouden met haar beperkingen. De rechtbank oordeelt echter dat het UWV voldoende functies heeft aangedragen die eiseres kan vervullen, ondanks haar klachten. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en dat de proceskosten niet worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. M.A. Broekhuis op 28 december 2022.