In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, vervangende toestemming gevraagd om met haar minderjarige dochter naar Sierra Leone te reizen van 25 december 2022 tot en met 23 januari 2023. De man, gedaagde, heeft bezwaar gemaakt tegen deze reis, omdat hij vreest dat hun dochter in Sierra Leone zal worden besneden. De voorzieningenrechter heeft op 21 december 2022 geoordeeld dat de man niet voldoende heeft onderbouwd waarom er in dit specifieke geval een risico bestaat op besnijdenis. De vrouw heeft verklaard dat zij haar dochter niet zal laten besnijden en dat de school van de dochter toestemming heeft gegeven voor de reis. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vrouw en de dochter belang hebben bij de reis, onder andere omdat de dochter de bruiloft van haar moeder kan bijwonen en haar familie kan ontmoeten. De vordering van de vrouw is toegewezen, en de voorzieningenrechter heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk effect heeft, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.