Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De vordering
€ 34.675,41en dat aan de veroordeelde de verplichting zal worden opgelegd tot betaling aan de Staat van dat bedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
2.Het verloop van de procedure
3.Het standpunt van de officieren van justitie
4.Het standpunt van de veroordeelde
€ 5.500,00 aan als afkomstig van criminele herkomst en beschouwt dit als wederrechtelijk verkregen voordeel.
€ 5.500,00.
€ 5.500,00aan de veroordeelde opleggen.
7.Toepasselijke wettelijke bepaling
8.Beslissing
€ 5.500,00 (vijfduizend vijfhonderd euro).
[veroordeelde]op de verplichting tot betaling aan de Staat van een geldbedrag ter grootte van
€ 5.500,00 (vijfduizend vijfhonderd euro), ter ontneming van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel. Wijst de vordering voor het overige af.