ECLI:NL:RBNHO:2022:11658
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van de verdenking van medeplegen van de invoer van harddrugs via Schiphol
Op 20 december 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van de invoer van harddrugs, specifiek 19.434 gram heroïne en 10.086 gram cocaïne, via de luchthaven Schiphol. De zaak, die onderdeel uitmaakte van het onderzoek Ryeford-Monston, werd behandeld in een meervoudige kamer van de rechtbank. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadslieden, mr. E.G.S. Roethof en mr. W.H. Boorsma, terwijl de officieren van justitie, mr. K. Sanders en mr. G. Visser, de vordering tot bewezenverklaring van de tenlastelegging indienen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. Tijdens de zittingen zijn er verschillende getuigen gehoord en zijn er tapgesprekken afgeluisterd. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de primair en subsidiair ten laste gelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat er geen voldoende concreet verband was tussen de in beslag genomen bagage en de verdachte, en dat de tapgesprekken te algemeen waren om als bewijs te dienen voor de betrokkenheid van de verdachte bij de invoer van de drugs.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle beschuldigingen, omdat niet wettig en overtuigend was bewezen dat hij betrokken was bij de invoer van de verdovende middelen. De uitspraak werd gedaan door een samengestelde rechtbank, bestaande uit drie rechters, en vond plaats in tegenwoordigheid van de griffiers.