ECLI:NL:RBNHO:2022:11656
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van de verdenking van medeplegen van de invoer van harddrugs via Schiphol
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 september 2022 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van de invoer van harddrugs via de luchthaven Schiphol. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens openbare terechtzittingen op 9, 15 en 26 september 2022. De officieren van justitie, mr. K. Sanders en mr. G. Visser, hebben gevorderd tot vrijspraak van de ten laste gelegde feiten. De verdediging, vertegenwoordigd door raadsman mr. J. Zevenboom, heeft eveneens verzocht om vrijspraak.
De tenlastelegging omvatte verschillende feiten met betrekking tot de invoer en het bezit van heroïne en cocaïne, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het maken van afspraken over de aankomst van zendingen van verdovende middelen en het aanwezig zijn op de luchthaven Schiphol. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging.
Na beoordeling van het dossier en de standpunten van de partijen, heeft de rechtbank geconcludeerd dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte betrokkenheid had bij de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft daarom de verdachte integraal vrijgesproken van alle beschuldigingen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 26 september 2022.