ECLI:NL:RBNHO:2022:11641

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
22 december 2022
Zaaknummer
C/15/334342 / FA RK 22-5628
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen crisismaatregel en verzoek om schadevergoeding in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een door de burgemeester van de gemeente Haarlem opgelegde crisismaatregel, alsook in een verzoek om schadevergoeding. Betrokkene, die in het kader van de medische verklaring was gehoord, stelde dat zij niet in haar eigen taal was gehoord en dat de burgemeester ten onrechte de medische verklaring had meegenomen in zijn beslissing. De advocaat van betrokkene voerde aan dat de burgemeester had moeten zorgen voor een tolk, aangezien betrokkene de Engelse taal niet goed verstond. De burgemeester verdedigde zijn beslissing door te stellen dat betrokkene voldoende Engels sprak en dat het verhoor binnen de gestelde termijn had plaatsgevonden.

De rechtbank oordeelde dat de burgemeester valide redenen had om betrokkene niet terstond te horen en dat de belangen van betrokkene niet geschaad waren. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat de crisismaatregel noodzakelijk was. De rechtbank verklaarde het beroep tegen de crisismaatregel ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Deze beslissing werd genomen door rechter A.L. Diender, in aanwezigheid van griffier M.T. Perukel, en werd openbaar uitgesproken op 21 december 2022.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
beroep tegen een crisismaatregel
zaak-/rekestnrs.: C/15/334342 / FA RK 22-5628 en C/15/334343 / FA RK 22/5629
Beschikking van de enkelvoudige kamer van 21 december 2022
naar aanleiding van het beroep ex artikel 7:6 van de Wet verplichte geestelijke gezondheids-zorg (Wvggz) tegen een crisismaatregel, alsmede verzoek om schadevergoeding ex artikel 10:12 Wvggz, ten aanzien van
de Burgemeester van de gemeente Haarlem,
gevestigd te Haarlem,
en
Stichting GGZ InGeest,
gevestigd te Haarlem.

1.Procedure

1.1.
Bij verzoekschriften, ingekomen ter griffie op 30 november 2022, heeft [betrokkene]
(hierna: betrokkene) beroep ingesteld tegen de door de burgemeester van de gemeente Haarlem op 22 november 2022 jegens haar opgelegde crisismaatregel, gecombineerd met een verzoek tot schadevergoeding, alsmede een verzoek tot schadever-goeding tegen de Stichting GGZ InGeest.
Bij de verzoeken zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de beslissing van de burgemeester houdende het opleggen van de crisismaatregel
d.d. 22 november 2022;
-de medische verklaring d.d. 22 november 2022;
- het verslag van het verhoor van betrokkene op 22 november 2022.
1.2.
De mondelinge behandeling van de verzoeken heeft tezelfdertijd plaatsgevonden
op 14 december 2022 in het gebouw van de rechtbank, waarbij zijn verschenen en gehoord:
- mr. B.J. de Groot, advocaat van [betrokkene] ;
- [burgemeester] , burgemeester van de gemeente Haarlem;
- [juridisch medewerker] , juridisch medewerker bij de gemeente Haarlem.

2.Beoordeling

2.1.
De advocaat heeft - zakelijk weergegeven - aangevoerd dat de crisismaatregel ten oprechte is opgelegd, omdat:
- betrokkene ten onrechte door de burgemeester niet in haar eigen taal is gehoord;
- de burgemeester ten onrechte de medische verklaring in aanmerking heeft genomen, nu daaruit blijkt dat betrokkene door de psychiater niet in haar eigen taal is gehoord;
- betrokkene ruim vijf uur heeft moeten wachten voordat de beslissing werd genomen.
Zowel door de psychiater als door de burgemeester is betrokkene niet gehoord in een voor haar begrijpelijke taal, in dit geval de Litouwse. Door beiden is betrokkene in de Engelse taal gehoord, maar die is zij niet of nauwelijks machtig. Gelet op het bepaalde in het EVRM (artikel 6 lid 3 onder e luidt:
Een ieder heeft het recht zich kosteloos te doen bijstaan door een tolk, indien hij de taal die ter terechtzitting wordt gebezigd niet verstaat of niet spreekt),had betrokkene in haar eigen taal moeten worden gehoord en het had op de weg van zowel de psychiater als de burgemeester gelegen zorg te dragen voor een tolk.
Verzocht wordt het beroep gegrond te verklaren en een schadevergoeding ten laste van de gemeente Haarlem toe te kennen van € 300, en te verklaren dat Stichting GGZ InGeest
de Wvggz niet in acht heeft genomen en een schadevergoeding ten laste van die stichting toe te kennen van € 300.
2.2.
De burgemeester heeft een verweerschrift ingediend en ter zitting gehandhaafd hetgeen daarin is gesteld. Kortgezegd komt het erop neer, dat in het kader van de Wvggz een verhoor wordt gehouden in het Nederlands, Engels of Duits. Indien tijdens het gesprek blijkt dat de patiënt een van deze talen onvoldoende begrijpt of spreekt, wordt direct via de tolkentelefoon een tolk ingeschakeld; de burgemeester is daarin uiterst zorgvuldig.
[betrokkene] beheerste het Engels voldoende om een gesprek te voeren. Zij was weliswaar (zoals in het gespreksverslag ook staat) niet goed verstaanbaar en de vragen drongen maar moeizaam tot haar door, maar dat kwam wellicht omdat zij slaapmedicatie had gekregen. De burgemeester mag afgaan op de inhoud van de door de onafhankelijk psychiater opgestelde medische verklaring.
Het verhoor heeft binnen de daarvoor gestelde termijn plaatsgevonden. Het is de ervaring van de burgemeester dat een verhoor binnen die termijn beter iets later kan plaatsvinden, omdat in het algemeen de patiënt dan beter aanspreekbaar is.
2.3.
Stichting GGZ InGeest is niet verschenen.
Nu het in beide verzoekschriften hetzelfde feitencomplex betreft, zal ook het verzoek tegen de Stichting behandeld worden.
2.4.
In voornoemde, door [psychiater] , psychiater, opgestelde medische verklaring staat dat betrokkene hem heeft verteld
bekend te zijn met paranoïde schizofrenie, waar ze op dit moment geen medicatie voor gebruikt. Betrokkene is bang dat zij vermoord zal worden en heeft daarom al dagen niet geslapen of gegeten. Ze heeft cannabis gerookt, (…). Zij vertelt eerder opgenomen te zijn geweest in een psychiatrische instelling in Litouwen, waar ze ook vandaan komt. Betrokkene wil op dit moment niks delen over haar leven of familie, (…).Het Verslag van het horen van betrokkene vermeldt dat betrokkene tegen de burgemeester heeft gezegd: “
Voor hoe lang is dat dan? Ik weet niet waar ik heen moet.”.
Omdat de advocaat heeft niet weersproken dat betrokkene dit feitelijk tegen beiden heeft gezegd, zal het beroep ongegrond worden verklaard.
Het is de rechtbank uit eigen wetenschap bekend, dat Stichting GGZ InGeest bij het opstellen van een medische verklaring zo nodig gebruik maakt van de diensten van een tolk. Hetzelfde geldt voor de burgemeester van de gemeente Haarlem bij het horen van patiënten in het kader van de Wvggz. Er wordt aldus vanuit gegaan dat de psychiater (al dan niet via de tolkentelefoon) een tolk had ingeschakeld als hij dat nodig had gevonden.
Aan het beoordelingsvermogen van de burgemeester wordt evenmin getwijfeld.
Dit maakt dat de rechtbank er vanuit gaat dat betrokkene haar gesprekspartners heeft kunnen vertellen wat zij wilde en dat hetgeen werd gezegd, wederzijds werd verstaan en begrepen.
De burgemeester mocht ook uitgaan van de juistheid van de medische verklaring.
De door de burgemeester gegeven reden om betrokkene niet terstond te horen, is valide. Waar verder vaststaat dat het verhoor binnen de daarvoor gestelde termijn heeft plaatsgevonden, zijn de belangen van betrokkene niet geschaad.
2.5.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is overigens gebleken dat op 22 november 2022 sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, en van een ernstig vermoeden dat dit nadeel werd veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis van betrokkene. Voorts dat dit nadeel enkel door een crisismaatregel kon worden weggenomen en de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht.
Bij het afgeven van de crisismaatregel zijn de wettelijke bepalingen in acht genomen.
Het vorenoverwogene leidt tot de volgende beslissing.

3.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart het beroep tegen de crisismaatregel van 22 november 2022 ongegrond;
wijst het verzoek tot toekenning van een schadevergoeding af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.L. Diender, rechter, in tegenwoordigheid van
M.T. Perukel als griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.