Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[de v.o.f.]
De Jonge Voorn B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak verzoekt de huurder van een voormalig sportterrein, waar een paintballcentrum is gevestigd, de kantonrechter om de ontruimingstermijn te verlengen. De huurder, aangeduid als [de v.o.f.], heeft een verzoekschrift ingediend op 29 juli 2022, waarin zij stelt dat haar belang bij verlenging van de ontruimingstermijn zwaarder weegt dan het belang van de verhuurder, De Jonge Voorn B.V., bij een spoedige ontruiming. De kantonrechter heeft op 2 december 2022 een zitting gehouden waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [de v.o.f.] huurt sinds 1 juni 2012 een terrein van De Jonge Voorn, met een huurovereenkomst die oorspronkelijk voor vijf jaar was aangegaan en daarna is verlengd. De huurovereenkomst eindigde op 31 mei 2022, maar [de v.o.f.] heeft nagelaten het gehuurde tijdig te ontruimen. De Jonge Voorn heeft het gehuurde inmiddels verkocht aan Ingenious Tomorrow B.V. en heeft de huurovereenkomst met [de v.o.f.] opgezegd.
De kantonrechter oordeelt dat het gehuurde moet worden aangemerkt als 230a-bedrijfsruimte, wat betekent dat [de v.o.f.] ontvankelijk is in haar verzoek om verlenging van de ontruimingstermijn. De rechter weegt de belangen van beide partijen en concludeert dat het belang van [de v.o.f.] bij het voortzetten van haar activiteiten en het terugverdienen van investeringen zwaarder weegt dan het belang van De Jonge Voorn bij ontruiming. Daarom wordt de ontruimingstermijn verlengd tot 1 juni 2023, en blijft de gebruiksvergoeding gelijk aan de laatstelijk betaalde huurprijs van € 4.137,92 per maand. De proceskosten worden toegewezen aan [de v.o.f.].