ECLI:NL:RBNHO:2022:11522
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen NOW voor meerdere aanvraagperiodes door de rechtbank
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, op 12 december 2022, zijn de beroepen van eiser tegen de afwijzingen van zijn aanvragen voor de tijdelijke Noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW) voor de derde, vierde, vijfde en zesde aanvraagperiode aan de orde. Eiser had aanvragen ingediend voor tegemoetkoming in de loonkosten, maar deze zijn door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afgewezen. De rechtbank heeft de beroepen op 11 oktober 2022 inhoudelijk behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de bestreden besluiten van verweerder terecht zijn, omdat eiser niet in aanmerking komt voor de NOW-regeling. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep, waarin is vastgesteld dat de dochter van eiser niet als werknemer wordt beschouwd in de zin van de socialezekerheidswetten. Dit betekent dat er geen loonkosten zijn gemaakt die in aanmerking komen voor de NOW-regeling. Eiser heeft betoogd dat er een hardheidsclausule moet worden toegepast, maar de rechtbank stelt vast dat er geen dergelijke clausule in de NOW-regelingen is opgenomen.
Eiser heeft ook aangevoerd dat de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) had moeten worden toegepast, maar de rechtbank wijst erop dat hij deze niet heeft aangevraagd en dat er geen verplichting bestaat voor verweerder om de aanvraag voor de NOW als een aanvraag voor een andere regeling op te vatten. De rechtbank concludeert dat de bestreden besluiten in stand blijven en verklaart de beroepen ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.