ECLI:NL:RBNHO:2022:11516
Rechtbank Noord-Holland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en partnerbijdrage met betrekking tot minderjarige en vermogensrechtelijke afwikkeling
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 2 december 2022 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw. De man stelde dat partijen overeenstemming hadden bereikt over de partnerbijdrage en de vermogensrechtelijke afwikkeling van hun huwelijk, terwijl de vrouw dit bestreed. De rechtbank oordeelde dat er inderdaad overeenstemming was bereikt over de partnerbijdrage en de verdeling van de eenvoudige gemeenschap, evenals de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden. De vrouw had aanvankelijk verzocht om een partnerbijdrage van € 950,00 per maand en een kinderbijdrage van € 374,00 per maand, maar trok haar verzoeken met betrekking tot de kinderbijdrage en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige in. De rechtbank sprak de echtscheiding uit, erkende de duurzame ontwrichting van het huwelijk en bepaalde dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de man zou zijn. De rechtbank wees de overige verzoeken van partijen af, onderbouwd door de vaststelling dat de vrouw onvoldoende bewijs had geleverd voor haar beroep op wilsgebreken. De uitspraak werd gedaan na een mondelinge behandeling waarbij beide partijen waren vertegenwoordigd door hun advocaten. De rechtbank concludeerde dat de vrouw, na overleg met haar advocaat, zelf een voorstel had gedaan en dat er geen sprake was van misbruik van omstandigheden of dwaling. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.