5.4Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
[vennootschap 1]
Als uitgangspunt voor de vaststelling van het wederrechtelijk voordeel verkregen binnen de vennootschap [vennootschap 1] , baseert de rechtbank zich op de eenvoudige kasopstelling zoals opgenomen in de ontnemingsrapportage inzake [vennootschap 1] .Deze is tot stand gekomen op basis van het verschil tussen de legale contante inkomsten en contante uitgaven van [vennootschap 1] in de periode van 2017 tot en met 2018. De rechtbank neemt daarbij tevens in aanmerking dat [medeveroordeelde] heeft verklaard dat het contante geld dat in de periode van 18 januari 2016 tot en met 24 oktober 2018 is opgenomen, is besteed aan diesel, reparaties en overige kosten onderweg.
Kasopstelling [vennootschap 1]
Periode 2017
Beginsaldo (contante geldopname 28-1 2-2016) € 415,00
Verkoop Truck aan [betrokkene 1] april 2017 € 7.000,00
Contante geldopnames rekening [bankrekeningnummer 1] € 42.833,00
Beschikbaar voor uitgaven € 50.248,00
Contante uitgaven voor bedrijfsmiddelen € 42.833,00
Contante stortingen rekening [bankrekeningnummer 1] € 71.988,00
Feitelijke contante uitgaven € 114.821,00
Onverklaarbaar vermogen € - 64.573,00
Periode 2018
Contante geldopnames rekening [bankrekeningnummer 1] € 4.808,00
Beschikbaar voor uitgaven € 4.808,00
Contante uitgaven voor bedrijfsmiddelen € 4.808,00
Contante stortingen rekening [bankrekeningnummer 1] € 156.396,00
Feitelijke contante uitgaven € 161.204,00
Onverklaarbaar vermogen € - 156.396,00
Onverklaarbaar vermogen
2017 € - 64.573,00
2018 € - 156.396,00
Subtotaal € - 220.969,00
Verdiensten export voertuigen € 24.165,00
Totaal wederrechtelijk voordeel € - 196.804,00
[vennootschap 2]
Als uitgangspunt voor de vaststelling van het wederrechtelijk voordeel verkregen binnen de vennootschap [vennootschap 2] , baseert de rechtbank zich op de eenvoudige kasopstelling zoals opgenomen in de ontnemingsrapportage inzake [vennootschap 2] .Deze is tot stand gekomen op basis van het verschil tussen de legale contante inkomsten en contante uitgaven van [vennootschap 2] in de periode 1 januari 2019 tot en met september 2019. De rechtbank neemt daarbij tevens in aanmerking dat [medeveroordeelde] heeft verklaard dat het contante geld dat in de periode van 12 januari 2019 tot en met 26 juli 2019 is opgenomen, uitgegeven is aan diesel en kosten onderweg.
Kasopstelling [vennootschap 2]
2019 tot en met september
Contante geldopnames rekening [bankrekeningnummer 2] € 50.656,00
Contante uitgaven voor bedrijfsmiddelen € 50.656,00
Contante stortingen rekening [bankrekeningnummer 2] € 22.255,00
Feitelijke contante uitgaven € 22.255,00
(on)verklaarbaar vermogen € - 22.255,00
[veroordeelde]
Als uitgangspunt voor de vaststelling van het wederrechtelijk voordeel verkregen via de bankrekening op naam van [veroordeelde] , baseert de rechtbank zich op de eenvoudige kasopstelling zoals opgenomen in de ontnemingsrapportage inzake [veroordeelde] .Deze is tot stand gekomen op basis van het verschil tussen de legale contante inkomsten en contante uitgaven van [veroordeelde] in de periode 2018 tot en met september 2019.
Kasopstellingen contra [veroordeelde]
Periode 2018
Beginsaldo (contante geldopname 27 december 2017) € 50,00
Contante geldopnames rekening [bankrekeningnummer 3] € 12.946,00
Beschikbaar voor uitgaven € 12.996,00
Contante stortingen rekening [bankrekeningnummer 3] € 95.330,00
Feitelijke contante uitgaven € 95.330,00
Onverklaarbaar vermogen € - 82.334,00
Periode 2019 tot en met september
Contante geldopnames rekening [bankrekeningnummer 3] € 430,00
Beschikbaar voor uitgaven € 430,00
Contante stortingen rekening [bankrekeningnummer 3] geen
Feitelijke contante uitgaven geen
Aangetroffen geldbedrag [adres 1] € 8.400,00
Onverklaarbaar vermogen € - 7.970,00
Onverklaarbaar vermogen
2018 € - 82.334,00
2019 € - 7.970,00
Wederrechtelijk verkregen voordeel € - 90.304,00
Het wederrechtelijk verkregen voordeel
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op (€ 196.804,- + € 22.255,- + € 90.304,- =) € 309.363,-. Niet aannemelijk is geworden dat aan de uitgaven een legale bron van inkomsten ten grondslag ligt.