Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
- de rechtbank is bij toelating van [schuldenares] tot de schuldsaneringsregeling niet geïnformeerd over het feit dat voor een groot deel sprake is van gezamenlijke schulden van [schuldenares] en [betrokkene], en [betrokkene] daarop aflost;
2) Belastingdienst (concurrent): € 3.622,00
5) [betrokkene] € 1,00
“(…)
De schuldbemiddelingsinstantie, te weten Kredietbank Nederland, heeft de crediteuren namens verzoeker geen aanbod gedaan, omdat ex-partner heeft ondanks herhaalde verzoeken geen saldo opgave gedaan en en houdt vast aan zijn regresrecht.”
Daar staat tegenover dat de rechtbank bij de toelating van [schuldenares] tot de schuldsaneringsregeling geen rekening heeft gehouden met haar schuld aan [betrokkene] van
€ 39.203,60, zoals hiervoor genoemd. Voor de totale schuldenlast van [schuldenares] had dit daarom niet tot een wezenlijk ander beeld geleid. Als het juiste bedrag van de vordering van [betrokkene] op de schuldenlijst had gestaan, was het bedrag van de totale schuld van [schuldenares], rekening houdend met het feit dat voor een deel sprake was van gezamenlijke schulden en de mogelijkheid dat [schuldenares] alleen de helft zou hoeven te voldoen, zelfs hoger geweest. De rechtbank heeft [schuldenares] toegelaten tot de schuldsaneringsregeling uitgaande van een lagere schuldenlast. Als de rechtbank bekend was geweest met een (per saldo) hogere schuldenlast, had dat daarom zeker niet tot afwijzing van het verzoek tot toelating van de schuldsaneringsregeling geleid.