ECLI:NL:RBNHO:2022:1144

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 februari 2022
Publicatiedatum
14 februari 2022
Zaaknummer
C/15/18/489 R
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging schuldsaneringsregeling en afwijzing verzoek schone lei in kinderopvangtoeslagaffaire

Op 1 februari 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, uitspraak gedaan in de zaak van een schuldenares die verzocht om toekenning van een schone lei in het kader van haar schuldsaneringsregeling. De schuldsaneringsregeling was eerder uitgesproken op 11 december 2018. In de procedure is vastgesteld dat de Belastingdienst alle tijdens de verificatievergadering vastgestelde vorderingen aan de boedel heeft voldaan. De bewindvoerder heeft gerapporteerd dat de geverifieerde schulden zijn voldaan en heeft geadviseerd om de schuldenares de schone lei toe te kennen. Tijdens de zitting op 31 januari 2022 zijn zowel de schuldenares als de bewindvoerder verschenen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen openstaande schulden zijn die onvoldaan zijn gebleven. De Belastingdienst heeft aangegeven dat een vordering van KPN van €703,76 niet aan de boedel zal worden voldaan, maar dat de schuldenares deze vordering kan indienen bij het Loket Private Schulden van de Sociale Banken Nederland. De rechtbank concludeert dat de schuldenares in staat is om haar betalingen te hervatten en dat de schuldsaneringsregeling kan worden beëindigd op grond van artikel 350 lid 3 onder b van de Faillissementswet (Fw).

De rechtbank wijst het verzoek van de schuldenares om een schone lei toe te kennen af, omdat er geen slotuitdelingslijst is opgemaakt en er geen onvoldane schulden zijn. De rechtbank benadrukt dat de Faillissementswet de rechter niet de mogelijkheid biedt om de schone lei toe te kennen in deze situatie. De rechtbank beëindigt de schuldsaneringsregeling en wijst het verzoek om de schone lei af. Deze uitspraak is gedaan door mr. J. van der Kluit en openbaar uitgesproken op 1 februari 2022.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
insolventienummer: C/15/18/489 R
vonnis van 1 februari 2022
in de schuldsaneringsregeling van:
[schuldenares],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] (Suriname),
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
hierna te noemen: schuldenares.

1.De procedure

1.1.
Bij vonnis van 11 december 2018 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van schuldenares.
1.2.
Op 30 april 2021 is in de schuldsaneringsregeling van schuldenares een brief ontvangen van de Belastingdienst waaruit blijkt dat schuldenares een gedupeerde is van de zogenaamde toeslagenaffaire.
1.3.
[bewindvoerder], bewindvoerder, heeft verslag gedaan over het verloop van de schuldsaneringsregeling. De bewindvoerder heeft bericht dat de geverifieerde schulden zijn voldaan. Schuldenares heeft met gebruikmaking van een ‘Keuzeformulier wijze van beëindiging WSNP’ van de rechtbank Den Haag verzocht aan haar de schone lei te verlenen. De bewindvoerder heeft geadviseerd om schuldenares de schone lei toe te kennen.
1.4.
De rechtbank heeft de beëindiging van de schuldsaneringsregeling behandeld op de zitting van 31 januari 2022. Schuldenares en de bewindvoerder zijn verschenen.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank stelt op grond van de stukken vast dat de Belastingdienst alle tijdens de verificatievergadering vastgestelde vorderingen aan de boedel heeft voldaan. De bewindvoerder heeft vervolgens die vorderingen aan de schuldeisers betaald. Verder stelt de rechtbank vast dat Intrum Justitia daarna een vordering van KPN van
€ 703,76 heeft ingediend bij de bewindvoerder. De Belastingdienst heeft aan de bewindvoerder kenbaar gemaakt ook deze laatste vordering te zullen voldoen. Omdat de vordering niet is geverifieerd wil de Belastingdienst deze echter niet aan de boedel voldoen, maar moet de afhandeling van die vordering volgens de Belastingdienst plaatsvinden via het reguliere proces voor private schulden. Dat betekent dat schuldenares haar vordering zal kunnen indienen bij het Loket Private Schulden van de Sociale Banken Nederland (SBN). SBN betaalt de schuld vervolgens rechtstreeks aan de schuldeiser.
2.2.
Het voorgaande betekent dat alle schulden ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, zijn voldaan of zullen worden voldaan. Ten aanzien van de nagekomen en enige nog resterende vordering van KPN kan worden geconcludeerd dat schuldenares in staat is de betaling daarvan te hervatten, nu de Belastingdienst die vordering voor haar zal voldoen (en dat mag op grond van artikel 6:30 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek).
2.3.
De schuldsaneringsregeling komt daarom voor beëindiging in aanmerking op grond van artikel 350 lid 3 onder b van de Faillissementswet (Fw). De bewindvoerder heeft in haar advies erop gewezen dat de looptijd van de schuldsaneringsregeling is verstreken. Dat betekent echter niet dat de schuldsaneringsregeling niet meer kan worden beëindigd met toepassing van artikel 350 Fw. [1]
2.4.
Omdat de schuldsaneringsregeling wordt beëindigd op grond van artikel 350 lid 3 onder b Fw is het verlenen van de schone lei niet aan de orde. Er zijn immers ook geen schulden meer ten aanzien waarvan de schuldsanering werkt die onvoldaan zijn gebleven of zullen blijven. De bewindvoerder heeft op de zitting alsnog erkend dat er daarom geen reden is tot het verlenen van de schone lei.
2.5.
Over het verzoek van schuldenares om aan schuldenares toch de schone lei toe te kennen, overweegt de rechtbank verder als volgt. Artikel 358 Fw bepaalt hoe de schone lei ontstaat. De schone lei ontstaat door de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van artikel 356 Fw; dus door het verbindend worden van de slotuitdelingslijst. Dit betekent dat de schone lei niet ontstaat als er geen slotuitdelingslijst is. In artikel 350 lid 4 Fw is bepaald dat ook geen slotuitdelingslijst zal worden opgemaakt in de gevallen als bedoeld in het derde lid onder a en b (de vorderingen zijn voldaan of de schuldenaar is in staat zijn betalingen te hervatten). Er hoeft dan immers ook niets meer te worden uitgedeeld aan de schuldeisers.
2.6.
De Faillissementswet geeft de rechter niet de mogelijkheid om (toch) de schone lei toe te kennen. De rechtbank gaat om die reden voorbij aan het verzoek van schuldenares.
2.7.
De rechtbank ziet in het voorgaande aanleiding de toepassing van de schuldsaneringsregeling gelet op het bepaalde in artikel 350 lid 3 onder b Fw te beëindigen.
2.8.
De rechtbank heeft de vergoeding voor de bewindvoerder en de overige kosten al eerder in een aparte beschikking vastgesteld.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
beëindigt de schuldsaneringsregeling,
3.2.
wijst het verzoek van schuldenares om daarbij de schone lei toe te kennen af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van der Kluit, rechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier op 1 februari 2022. [2]

Voetnoten

1.Hoge Raad, 9 juli 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM2337
2.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.