ECLI:NL:RBNHO:2022:11352

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 november 2022
Publicatiedatum
19 december 2022
Zaaknummer
C/15/334026 / FA RK 22-5432
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van alcoholproblematiek en wilsonbekwaamheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 30 november 2022 een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene die lijdt aan ernstige alcoholproblematiek. De officier van justitie had op 22 november 2022 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, ondanks zijn goede intenties en het voornemen om niet meer terug te vallen in alcoholgebruik, niet in staat is om zijn verslaving zelfstandig te beheersen. De psychiater heeft geconcludeerd dat de betrokkene wilsonbekwaam is, wat betekent dat hij niet in staat is om de gevolgen van zijn alcoholgebruik te overzien.

Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende stukken overgelegd, waaronder medische verklaringen en zorgplannen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan middelgerelateerde en verslavingsstoornissen, en dat zijn alcoholgebruik leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige lichamelijke schade. De rechtbank heeft de argumenten van de advocaat van de betrokkene, die stelde dat de alcoholproblematiek niet als een stoornis in de zin van de Wvggz kan worden beschouwd, niet gevolgd. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van 12 maanden, tot en met 30 november 2023, en heeft daarbij verschillende vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid van de betrokkene. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is, en dat deze noodzakelijk is om verdere teloorgang en schade aan de gezondheid van de betrokkene te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
zaak-/rekestnr.: C/15/334026 / FA RK 22-5432
beschikking van de enkelvoudige kamer van 30 november 2022,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wonende te [plaats] ,
thans verblijvende in [verblijfplaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. P.J.H. Vinke, gevestigd te Hoofddorp.

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 22 november 2022, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 4 november 2022,
  • het zorgplan van 8 september 2022,
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 9 november 2022.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 november 2022 in voornoemde accommodatie.
1.4.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat,
  • [medewerker] , medewerker bij Brijder,
  • [medewerker] , medewerker bij Brijder.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten: middelgerelateerde en verslavingsstoornissen.
2.2.
De advocaat van betrokkene heeft ter zitting het standpunt ingenomen dat de alcoholproblematiek van betrokkene niet kan worden beschouwd als een stoornis in de zin van de Wvggz. De advocaat heeft daarbij onder meer gewezen op de uitspraak van de Hoge Raad van 8 april 2022. In die uitspraak is door de Hoge Raad overwogen:
3.2.2
Art. 3:3 Wvggz houdt in dat als uiterste middel verplichte zorg kan worden verleend indien het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel als bedoeld in art. 1:1 lid 2 Wvggz en indien aan de overige voorwaarden is voldaan.
3.2.3
Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de wetgever met betrekking tot verslaving aan middelen als alcohol en drugs niet beoogd heeft het toepassingsbereik van de Wvggz uit te breiden ten opzichte van dat van de op 31 december 2019 vervallen Wet Bopz. Daarom moet worden aangenomen dat verslaving aan middelen als alcohol en drugs op zichzelf niet tot toepassing van de Wvggz kan leiden. Er moet om tot toepassing van de Wvggz te komen sprake zijn van een psychische stoornis van zodanige ernst dat het denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen daardoor zo ingrijpend worden beïnvloed dat de betrokkene het veroorzaakte gevaar niet kan worden toegerekend, omdat de stoornis de gevaarvolle daden van de betrokkene overwegend beheerst. Deze psychische stoornis kan voortvloeien uit of samenhangen met de verslaving aan middelen. Het kan ook gaan om een van de verslaving losstaande psychische stoornis van andere aard (‘comorbiditeit’).
2.3.
De rechtbank volgt de advocaat niet in zijn betoog. De psychiater heeft na onderzoek in zijn medische verklaring van 4 november 2022 verklaard dat bij betrokkene sprake is van middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Als symptomen die betrokkene vertoont wordt genoemd:
Betrokkene erkent alcohol te gebruiken. Hij is al 20 jaar in zorg, en er zijn vele opnames geweest. Betrokkene is herhaaldelijk neuropsychologisch onderzocht waarbij beperkingen in begrip en redeneren zijn gevonden. Betrokkene heeft een curator
In de medische verklaring van 4 november 2022 staat verder ook nog:
Betrokkene is afgelopen jaren ondanks de zorg erg vaak terug gevallen waarbij hij ook in coma werd aan getroffen en opgenomen moest worden in het algemeen ziekenhuis. Er zijn maag en slokdarm problemen tgv gebruik van alcohol.
Ondanks alle geboden zorg valt betrokkene steeds terug in ernstig gebruik van alcohol, wat hij zelf niet kan stoppen en ingrijpen van buitenaf noodzakelijk maakt
Ik acht betrokkene wilsonbekwaam ter zake, omdat: betrokkene heeft geen ziekte inzicht. Hij is beperkt in zijn begrips- en redeneer vermogen zoals aangetoond met psychologisch onderzoek.
In het zorgplan/behandelplan, opgesteld op 8 september 2022 is onder meer het navolgende opgenomen:
a. Probleembeschrijving volgens zorgverantwoordelijke
Het betreft een man, bekend met zwakbegaafdheid en alcoholafhankelijkheid wv veelvuldige klinische detoxificaties.
Patiënt is gedurende de looptijd van de huidige ZM herhaaldelijk teruggevallen en opnieuw opgenomen met verplichte zorg binnen de Kliniek Brijder [plaats] , ter detoxificatie en somatische stabilisatie. Waarbij hij dit jaar van:
- 27-01-2022 tot 31-02-2022 werd opgenomen op de detoxafdeling
- 10-02-2022-17-02-2022 werd opgenomen op de detoxafdeling
- 21-02-2022-03-03-2022 werd opgenomen op de detoxafdeling
- 04-03-2022 tot 19-04-2022 werd opgenomen en gedetoxificeerd
- 16-05-2022 tot 30-05-2022 werd opgenomen en gedetoxificeerd,
- 08-06-2022 werd opgenomen ter detoxificatie en neuropsychologisch onderzoek, waarbij patiënt tot op heden nog is opgenomen.
Gezien de ernst is er sinds 11 oktober 2022 een curator aangesteld.
b. Lichamelijke problemen (voor zover relevant)
Somatisch is er sprake van hematemesis op basis van alcoholische gastropathie, malloryweiss laesie en refluxoesofagitis.
Drankgebruik leidt vaak tot ziekenhuisopname vanwege de ernst van de somatische problemen.
Op 9 april '21 comtateus aangetroffen thuis met bijna fatale afloop. Begin oktober 2021 bij retour komen vakantie direct ingegrepen, geen ziekenhuisopname, wel gesloten setting Brijder. Eind oktober terugval waarbij ernstige lichamelijke belasting. Opname ziekenhuis (IC) wel aan de orde met aansluitend een opname gesloten afdeling Brijder.
2.4.
Ter zitting heeft betrokkene aangegeven te weten dat er in het verleden veel is mis gegaan in zijn leven vanwege zijn alcoholgebruik, maar dat hij nu goed met hem gaat. Hij heeft al zes maanden geen alcohol meer gebruikt en hij is tot het inzicht gekomen dat er een ommekeer in zijn leven moet komen. Nu hij dat inzicht heeft bereikt zal hij na het aanstaande vertrek uit de detox kliniek geen behoefte of drang meer hebben om alcohol te gaan gebruiken.
2.5.
Naar het oordeel van de rechtbank wordt het leven van betrokkene volledig beheerst door zijn alcoholgebruik. Betrokkene heeft hier zelf weinig tot geen inzicht in. Gebleken is dat de zucht naar alcohol en daarmee het alcoholmisbruik alles overheersend is en betrokkene volledig in zijn greep houdt. Betrokkene is van goede wil en heeft het vaste voornemen om niet meer terug te vallen in alcoholgebruik. In nuchtere toestand komt betrokkene de gemaakte behandelafspraken na. Betrokkene onderschat echter de ernst van zijn verslaving en overschat zichzelf, waarbij hij de neiging heeft om het alcoholgebruik te bagatelliseren, hetgeen mede kan voortkomen uit zijn beperkt begrips- en redeneervermogen. Daarbij komt dat de psychiater na onderzoek tot de conclusie is gekomen dat betrokkene wilsonbekwaam bevonden is. De zucht naar alcohol is gewoonweg te groot. Nu uit de recente behandelgeschiedenis is gebleken dat het binnen het vrijwillig kader niet lukt om tot blijvende abstinentie van alcohol te komen, is verplichte zorg de enige mogelijkheid om verdere teloorgang en hersen- en lichamelijke schade te voorkomen.
2.6.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er door voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige verwaarlozing;
  • maatschappelijke teloorgang.
2.7.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.8.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. Op grond van de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, acht de rechtbank gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging de volgende vormen van verplichte zorg nodig:
- het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Uit de overgelegde stukken maakt de rechtbank op dat slechts in het geval dat betrokkene ernstig (psychotisch) ontregelt, wordt overgegaan tot opname en de daarbij behorende vormen van verplichte zorg.
Indien dat het geval is en het ernstig nadeel niet langer kan worden afgewend door middel van de hiervoor vermelde vormen van verplichte zorg, worden gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging ook de volgende vormen van verplichte zorg nodig geacht:
- het beperken van bewegingsvrijheid;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
2.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.10.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief.
2.11.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van 12 maanden, en geldt aldus tot en met 30 november 2023.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] , met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.8. is vermeld, alles voor de volledige duur van de zorgmachtiging, tenzij onder 2.8. een kortere duur is vermeld;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
30 november 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. F. Kleefmann, rechter, in tegenwoordigheid van M.T. Perukel als griffier en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 9 december 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.