ECLI:NL:RBNHO:2022:11176

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 september 2022
Publicatiedatum
14 december 2022
Zaaknummer
9750166
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een overeenkomst voor internetdiensten door gebrek aan wilsovereenstemming

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap SiVO Media Group B.V. en een gedaagde, die een eenmanszaak exploiteert. SiVO Media had een overeenkomst gesloten met de gedaagde voor de levering van internetdiensten voor een periode van twee jaar. De gedaagde heeft echter de overeengekomen maandelijkse betalingen niet voldaan, wat SiVO Media deed besluiten de overeenkomst te ontbinden. SiVO Media vorderde naast de achterstallige betalingen ook ontbindingsschade. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat zijn verklaring tot het aangaan van de overeenkomst niet overeenstemde met zijn werkelijke wil, mede omdat hij de Nederlandse taal niet voldoende machtig was en geen bedrijfsactiviteiten had.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9750166 \ CV EXPL 22-1356
Uitspraakdatum: 28 september 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap SiVO Media Group B.V.
gevestigd te Heerhugowaard
eiseres
verder te noemen: SiVO Media
gemachtigde: K.W.A. van der Meer, gerechtsdeurwaarder
tegen
[gedaagde] , h.o.d.n. [bedrijfsnaam]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. I.C. Andréa, advocaat
De zaak in het kort
Deze zaak gaat over een overeenkomst voor de duur van twee jaar tot het leveren van internetdiensten door SiVO Media aan (de eenmanszaak van) [gedaagde] . [gedaagde] heeft de overeengekomen (maand)bijdragen niet betaald. Daarom heeft SiVO Media de overeenkomst ontbonden. Naast de achterstallige factuurbedragen vordert SiVO Media ontbindingsschade. De kantonrechter wijst de vordering af. [gedaagde] heeft aannemelijk gemaakt dat zijn verklaring, die leidde tot het aangaan van de overeenkomst, niet op een daarmee overeenstemmende wil berustte.

1.Het procesverloop

1.1.
SiVO Media heeft bij dagvaarding van 7 maart 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 1 september 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. De gemachtigden van beide partijen hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft SiVO Media bij brief van 30 augustus 2022 nog een akte vermindering eis overgelegd.

2.De feiten

2.1.
SiVO Media is een onderneming die internetdiensten verleent. [gedaagde] heeft een inschrijving laten verrichten bij de Kamer van Koophandel voor [bedrijfsnaam]
2.2.
[gedaagde] is op 1 juni 2021 telefonisch benaderd door SiVO Media, waarna [gedaagde] op 3 juni 2021 is bezocht door een medewerker van SiVO Media.
2.3.
Bij die gelegenheid heeft [gedaagde] een ‘duurovereenkomst voor bepaalde tijd’ ondertekend, die ziet op de levering van internetprestaties met een publicitair karakter, bedoeld ter ondersteuning van de commerciële activiteiten van [gedaagde] .
2.4.
In de overeenkomst is vermeld dat deze is afgesloten voor de duur van 24 maanden, dat de maandelijkse kosten voor [gedaagde] € 228,69 (inclusief btw) bedragen, de eenmalige dossierkosten € 108,90 en een Google ADS maandbudget van € 54,45.
2.5.
Op 17 juni 2021 heeft SiVO Media de eenmalige dossierkosten aan [gedaagde] in rekening gebracht. [gedaagde] heeft deze factuur betaald.
2.6.
De facturen met betrekking tot de maanden juli 2021 tot en met oktober 2021 zijn onbetaald gebleven.
2.7.
SiVO Media heeft de overeenkomst op 10 november 2021 per direct ontbonden omdat [gedaagde] zijn betalingsverplichting niet is nagekomen. Daarbij is [gedaagde] gesommeerd tot betaling van een schadevergoeding van € 1.405,56 en de openstaande facturen met een totaalbedrag van € 1.132,56.

3.De vordering en het verweer

3.1.
SiVO Media vordert -na vermindering van eis- dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 2.764,09. Dit bedrag is opgebouwd uit voornoemde factuur- en schadebedragen van in totaal € 2.358,12, een bedrag aan wettelijke handelsrente tot aan dagvaarding van € 52,25 en een bedrag van € 353,72 aan buitengerechtelijke incassokosten. Ook vordert SiVO Media wettelijke handelsrente vanaf de datum van dagvaarding en veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
[gedaagde] betwist de vordering (gedeeltelijk). Hij voert daarvoor – samengevat – het volgende aan. Tijdens de gesprekken met SiVO Media was bij [gedaagde] de indruk ontstaan dat SiVO Media hem zou ondersteunen in de opstart van zijn bedrijfje gericht op koeriersdiensten, en dat deze samenwerking voor veel nieuwe klanten zou zorgen. [gedaagde] heeft vervolgens de duurovereenkomst ondertekend. Hij dacht dat slechts het maandbedrag van € 228,00 het totaal verschuldigde bedrag zou zijn. [gedaagde] is vanuit Eritrea naar Nederland geïmmigreerd en de Nederlandse taal niet voldoende machtig om de inhoud van het gesprek en de overeenkomst te kunnen begrijpen. Verder was en is er geen sprake van enige bedrijfsactiviteit. Hij heeft geen klantenbestand en ook geen middelen om opdrachten uit te voeren. SiVO Media was hiervan op de hoogte. Op 8 juni 2021 ontving [gedaagde] de eerste factuur en werd het hem duidelijk dat hij de overeenkomst onjuist had begrepen. Hij heeft direct contact opgenomen met SiVO Media en aangegeven dat hij geen kosten wil en kan maken omdat het bedrijf geen opdrachten en inkomsten heeft.

4.De beoordeling

4.1.
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan (art. 6:217 lid 1 BW). De rechtshandeling van aanvaarding vereist een op rechtsgevolg gerichte wil, die zich door een verklaring heeft geopenbaard (artikel 3:33 BW). [gedaagde] stelt, primair, dat zijn verklaring zoals opgenomen in de overeenkomst, niet overeenstemde met zijn wil om een dergelijke afspraak te maken. [gedaagde] wijst in dit verband op het verslag van het de antwoorden die hij heeft gegeven op de marketing vragen, zoals SiVO Media die heeft gesteld in het gesprek op 3 juni 2021:
Hoe bent u op het idee gekomen om een bedrijf zoals dit op te starten:“ik had een doel”Wat doet u nu eigenlijk als ondernemer:“facturen sturen”Waarom deze producten of diensten:“puur om zelf alles te bepalen”Wat doet u aan uw klantvriendelijkheid:“vriendelijk, netjes afleveren”Wat onderscheidt u van de concurrenten/en of diensten:“aardig zijn, vriendelijk”Wat wilt u graag bereiken in de aankomende 5 jaar:“doelen veel”
4.2.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de antwoorden op deze vragen voldoende blijkt dat het [gedaagde] niet duidelijk was, welke diensten SiVO Media voor hem zou kunnen gaan verrichten. Daarbij neemt de kantonrechter ook in aanmerking dat [gedaagde] in het gesprek op 3 juni 2021 naar voren heeft gebracht (en dit is door SiVo Media niet weersproken) dat hij nog geen bedrijfsactiviteiten had opgestart die maakten dat hij van de diensten van SiVO Media zou kunnen profiteren. Dit wordt nog eens bevestigd door het feit dat hij op 8 juni 2021, na ontvangst van de eerste factuur van SiVo Media, direct contact heeft opgenomen met SiVO Media en heeft aangegeven geen kosten te willen maken, omdat hij nog geen bestelbus of andere bedrijfsmiddelen had om opdrachten te kunnen uitvoeren.
4.3.
Ook ter zitting is gebleken dat [gedaagde] de Nederlandse taal in beperkte mate beheerst. Het lag dan ook op de weg van SiVO Media om nader te onderzoeken of [gedaagde] daadwerkelijk begreep, waarvoor hij zijn handtekening zette. Nu zij heeft nagelaten dit onderzoek te verrichten, kan SiVO Media zich er niet op beroepen dat zij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de verklaring van [gedaagde] (artikel 3:35 BW).
4.4.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat, omdat bij [gedaagde] de wil tot het sluiten van een overeenkomst zoals door SiVO Media aangeboden ontbrak, er tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen.
4.5.
De kantonrechter zal de vorderingen van SiVO Media daarom afwijzen.
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van SiVO Media, omdat zij ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt SiVO Media tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op een bedrag van € 436,00 aan salaris van de gemachtigde van [gedaagde] .
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.W.S. Kiliç en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter