In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 19 december 2022 uitspraak gedaan in een klaagschrift op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Klager, die eigenaar is van een woning en een bedrijfspand, had bezwaar gemaakt tegen het conservatoir beslag dat was gelegd op zijn woning naar aanleiding van een hennepkwekerij die in een van zijn panden was aangetroffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende verdenking bestaat dat klager zich schuldig heeft gemaakt aan een feit waarvoor een geldboete kan worden opgelegd. Echter, de rechtbank oordeelt dat het beslag op de woning niet proportioneel is, gezien de waarde van de inbeslaggenomen goederen en de persoonlijke belangen van klager. De rechtbank heeft het beslag op de woning opgeheven, omdat het niet in verhouding staat tot het te ontnemen bedrag en de problemen die klager ondervindt met zijn hypotheekverstrekker. De beslissing is openbaar uitgesproken en klager kan binnen veertien dagen beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.