RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Team Straf, locatie Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/860113-18 (P)
Uitspraakdatum: 8 december 2022
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 1, 2 en 24 november 2022 (sluiting onderzoek) in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [woonplaats]
.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J.J. van Bree en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. H. Blaauw, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.
1.Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat hij zich, kort en zakelijk weergegeven heeft schuldig gemaakt aan het volgende:
Feit 1:
het medeplegen van het meerdere malen zonder vergunning bereiden en afleveren van andere geneesmiddelen dan geneesmiddelen voor onderzoek (waaronder 39 in de tenlastelegging opgesomde geneesmiddelen) in de periode van 23 november 2016 tot en met 18 juni 2018 in verschillende plaatsen in Nederland;
Feit 2:
Primair:
het medeplegen van het meerdere malen zonder handelsvergunning van de Europese Unie in het handelsverkeer brengen van geneesmiddelen (waaronder 39 in de tenlastelegging opgesomde geneesmiddelen) in de periode van 23 november 2016 tot en met 18 juni 2018 in verschillende plaatsen in Nederland;
Subsidiair:
het medeplegen van het meerdere malen in voorraad hebben, te koop aanbieden, afleveren en ter hand stellen van geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning geldt (waaronder 39 in de tenlastelegging opgesomde geneesmiddelen) in de periode van 23 november 2016 tot en met 18 juni 2018 in verschillende plaatsen in Nederland;
Feit 3:
het aanwezig hebben van 9 tabletten 4-fluoramfetamine op 18 juni 2018 in Hoofddorp (gemeente Haarlemmermeer).
De volledige tekst van de tenlastelegging is als
bijlage Iaan dit vonnis gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3.Beoordeling van het bewijs
3.1Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde feiten.
3.2Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van feit 1 primair bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken omdat hij niet kan worden aangemerkt als medepleger van dit feit. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat enkel bewezen kan worden het medeplegen van het bereiden van geneesmiddelen, in de zomer van 2017 en de maanden mei en juni 2018. Van het afleveren van geneesmiddelen moet de verdachte volgens de raadsman bij gebrek aan voldoende bewijs worden vrijgesproken. De raadsman heeft - zo begrijpt de rechtbank - vrijspraak bepleit van feit 2 primair en zich ten aanzien van feit 2 subsidiair, onder vermelding van enkele kanttekeningen, gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het standpunt van de raadsman zal, voor zover van belang, bij de beoordeling van het bewijs worden besproken.
3.3Oordeel van de rechtbank
3.3.1Vrijspraak feit 2 primair en bewezenverklaring van de andere feiten
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 2 primair ten laste is gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1, 2 subsidiair en 3 ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.3.2Motivering
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Tijdens het opsporingsonderzoek hebben in verschillende panden doorzoekingen plaatsgevonden en zijn (onder meer) illegale geneesmiddelen, verpakkingsmateriaal en machines aangetroffen die kunnen worden gebruikt voor de bereiding van onder meer anabolen. Het dossier bevat geen bewijs dat de verdachte enige betrokkenheid heeft gehad bij wat is aangetroffen in de loodsen in [plaats 1] en [plaats 2] . Dat is anders ten aanzien van de woning aan de [adres 3] in [plaats 3] en de daarbij horende box. Daarin zijn grote hoeveelheden anabolen en verpakkingsmateriaal aangetroffen.
De verdachte heeft ter zitting bekend dat hij betrokken is geweest bij het bereiden van anabolen. Hij heeft op verzoek van een ander persoon, van wie hij de naam niet wil noemen, geregeld dat gebruik gemaakt kon worden van de box, behorende bij de woning aan de [adres 3] in [plaats 3] , om verpakkingsmateriaal voor anabolen steroïden op te slaan. De verdachte heeft verder verklaard dat de bewoners van dat adres, [betrokkene 1] en [betrokkene 2] , de verpakkingen voorzagen van etiketten en de anabolen verpakten. De verdachte heeft zelf ook een aantal keer geholpen met het stickeren en verpakken. Hij betaalde [betrokkene 1] en [betrokkene 2] voor hun werkzaamheden en kreeg zelf ook betaald voor het regelen van de box en de verpakkingswerkzaamheden.
Inhoud van de aangetroffen middelen
De in beslag genomen middelen zijn niet forensisch onderzocht in het geval waarin voor de verbalisanten direct duidelijk was om welk middel het ging, bijvoorbeeld omdat dit op een etiket stond vermeld. De raadsman heeft de vraag opgeworpen of dit wel voldoende is om aan te nemen dat sprake is van geneesmiddelen als bedoeld in de Geneesmiddelenwet.
De rechtbank overweegt dat - voor zover de in beslag genomen en in de tenlastelegging genoemde stoffen niet in het Douanelaboratorium zijn onderzocht - uit de productbeoordeling van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd volgt dat de aangetroffen middelen aan de hand van hun uiterlijke verschijningsvorm zijn getoetst aan de definitie van “geneesmiddel” als beschreven in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Geneesmiddelenwet. De inspecteur heeft gekeken of de uiterlijke verschijningsvorm van de aangetroffen middelen overeenkomt met wat bij dergelijke middelen te verwachten is. De rechtbank heeft geen enkele reden om te veronderstellen dat deze wijze van beoordelen heeft geleid tot een onjuiste vaststelling van de typen geneesmiddelen. Bovendien heeft de inspecteur ook vastgesteld dat bepaalde middelen niet als geneesmiddelen kunnen worden gedefinieerd, omdat de uiterlijke verschijningsvorm van die middelen te weinig informatie verschafte. Dit versterkt de betrouwbaarheid van de productbeoordeling. Verder heeft de verdachte zelf verklaard dat hij betrokken is geweest bij de bereiding van anabolen. Gelet op het vorenstaande, in samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de aangetroffen middelen daadwerkelijk de ten laste gelegde geneesmiddelen betreffen.
Bereiden en afleveren van illegale geneesmiddelen (feit 1)
Uit de hiervoor weergegeven verklaring van de verdachte blijkt dat hij anabolen heeft verpakt en de verpakkingen heeft geëtiketteerd. Daarmee heeft hij geneesmiddelen bereid in de zin van de Geneesmiddelenwet. Uit de verklaringen van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] blijkt dat de verdachte hen ook had gevraagd dit te doen en dat hij de anabolen en het verpakkingsmateriaal bij hen bracht en het weer kwam ophalen wanneer het klaar was. De rechtbank acht daarmee ook bewezen dat de verdachte illegale geneesmiddelen heeft afgeleverd. De verdachte betaalde [betrokkene 1] en [betrokkene 2] voor hun werkzaamheden en het gebruik van de box. Deze verklaringen worden ondersteund door aangetroffen WhatsApp-berichten tussen de verdachte en [betrokkene 1] en [betrokkene 2] .
Uit het voorgaande volgt dat de bijdrage van de verdachte een essentiële schakel was in het bereidingsproces en het afleveren van de illegale geneesmiddelen en dat die bijdrage ook van zodanig gewicht is, dat verdachtes bijdrage kan worden aangemerkt als medeplegen.
In het handelsverkeer brengen (feit 2 primair)
Volgens de wetsgeschiedenis van de Geneesmiddelenwet moet het begrip “in het handelsverkeer brengen” worden verstaan als: het voor de eerste keer in het handelsverkeer brengen, het introduceren van een geneesmiddel in Nederland.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn er onvoldoende aanknopingspunten voor het bewijs dat de verdachte de door hem en anderen verpakte geneesmiddelen ook zelf voor het eerst in Nederland op de markt heeft geïntroduceerd en daarmee in het handelsverkeer heeft gebracht. De enkele omstandigheid dat de verdachte een plek heeft geregeld waar de geneesmiddelen konden worden verpakt en gestickerd, en zelf een aandeel heeft gehad in het verpakken en stickeren, is daarvoor onvoldoende. De verdachte zal daarom van het onder 2 primair ten laste gelegde feit worden vrijgesproken.
In voorraad hebben, te koop aanbieden en afleveren (feit 2 subsidiair)
De rechtbank acht het onder 2 subsidiair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. Uit het voorgaande volgt dat de verdachte samen met anderen illegale geneesmiddelen in voorraad had. Ter zitting heeft hij ook bekend dat hij een aantal keren anabolen te koop aanbood en ook heeft afgeleverd aan anderen.
Periode
De rechtbank acht, anders dan de raadsman, de gehele ten laste gelegde periode bewezen. Uit een whatsappgesprek van 23 november 2016 tussen de verdachte en [betrokkene 2] volgt dat de verdachte op dat moment toestemming van [betrokkene 2] kreeg om een kast met daarin verpakkingsmateriaal voor de illegale geneesmiddelen in de box op te slaan. Verder blijkt uit een whatsappgesprek van 14 december 2016 dat de verdachte aan [betrokkene 2] op dat moment al anabolen verkocht.
3.4Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 subsidiair en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals in de aan dit vonnis gehechte en daarvan onderdeel uitmakende
bijlage IIIis weergegeven.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte onder 1, 2 subsidiair en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
medeplegen van opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 18, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet, meermalen gepleegd
feit 2 subsidiair:
medeplegen van opzettelijke overtreding van het voorschrift gesteld bij artikel 40, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet, meermalen gepleegd
feit 3:
handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is dus strafbaar.
5.Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
6.Motivering van de sancties
6.1.Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2.Standpunt van de verdediging
6.3.Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan de verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich ruim anderhalf jaar samen met anderen bezig gehouden met het bereiden, te weten het verpakken en stickeren, van verschillende soorten anabolen en erectie bevorderende middelen. De verdachte heeft een opslagruimte in [plaats 3] geregeld, waar de illegale geneesmiddelen konden worden opgeslagen. De illegale geneesmiddelen werden daarna verpakt en geëtiketteerd, om vervolgens door een ander op de markt te worden gebracht. De verdachte zelf heeft zich ook bezig gehouden met de verkoop van anabolen, zij het op beperkte schaal.
Door zijn handelen heeft de verdachte het systeem van een gecontroleerde handel in geneesmiddelen, die van essentieel belang is voor de gezondheidszorg in Nederland, ondermijnd. Het gebruik van anabolen en erectie bevorderende middelen kunnen grote gevaren kunnen opleveren voor de gezondheid van de gebruikers ervan. Zo kan het gebruik van deze middelen, gelet op de mogelijk schadelijke bijwerkingen, fatale gevolgen hebben.
De verdachte heeft uitsluitend uit financieel gewin gehandeld en heeft de risico’s van die middelen voor de gezondheid van de gebruikers op de koop toegenomen.
Daarnaast had de verdachte 9 tabletten 4-fluoramfetamine voorhanden. Dit is voor de volksgezondheid schadelijke stof. Het gebruik van en de handel in deze drugs leidt bovendien direct en indirect tot vele andere vormen van criminaliteit en vormt aldus een groot maatschappelijk probleem.
Gelet op de ernst van deze feiten, en met name de lange duur die de verdachte zich heeft bezig gehouden met het productieproces van de illegale geneesmiddelen, is in beginsel enkel het opleggen van een gevangenisstraf passend.
Persoonlijke omstandigheden
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd
26 september 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder wegens soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld. Daarmee is in het voordeel van de verdachte rekening gehouden.
De rechtbank houdt verder rekening met het feit dat de rol van de verdachte in het geheel weliswaar essentieel maar vrij beperkt was, dat de verdachte uiteindelijk openheid van zaken heeft gegeven en dat hij na de onderhavige feiten geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd. De verdachte heeft een vaste baan, een gezin en een koopwoning.
Redelijke termijn
In artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is het recht van iedere verdachte gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Als uitgangspunt heeft hierbij te gelden dat de behandeling van een zaak ter terechtzitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren nadat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden.
De rechtbank is van oordeel dat de redelijke termijn in deze zaak is aangevangen op 20 juni 2018, omdat de verdachte op die datum in verzekering is gesteld en hij daaraan steeds in redelijkheid de verwachting kon ontlenen dat jegens hem strafvervolging zou worden ingesteld.
Nu het eindvonnis op 8 december 2022 wordt gewezen en de rechtbank van oordeel is dat de overschrijding niet aan de verdachte valt toe te rekenen of anderszins is gebleken van bijzondere omstandigheden, is sprake van een overschrijding van de redelijke termijn met bijna 30 maanden.
Regel is dat overschrijding van de redelijke termijn wordt gecompenseerd door vermindering van de straf die zou zijn opgelegd als de redelijke termijn niet zou zijn overschreden.
De aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn in deze zaak resulteert erin dat de rechtbank de op te leggen straf zal matigen, in die zin dat - mede gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte - geen langere gevangenisstraf zal worden opgelegd dan de duur van het voorarrest.
Straf
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 24 dagen moet worden opgelegd. Daarnaast zal aan de verdachte een taakstraf van 120 uren worden opgelegd.
7.Beslissing omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp
De rechtbank is van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven telefoon dient te worden teruggegeven aan de verdachte.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
9, 22c, 22d, 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht;
18 en 40 van de Geneesmiddelenwet;
1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten.
9.Beslissing
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 2 primair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 subsidiair en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 1, 2 subsidiair bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
24 DAGEN.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot het verrichten van
120 urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 60 dagen hechtenis.
Gelast de teruggave aan de verdachte van:
- (nr. 6) 1.00 STK GSM-toestel; 94918
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. N. Boots, voorzitter,
mr. M. Hoendervoogt en mr. G.D. Kleijne, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffiers mr. L.L. de Vries en mr. A.C. ten Klooster,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 december 2022.
Volledige tekst van de tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 23 november 2016 tot en met 18 juni 2018 te Hoofddorp en/of te Badhoevedorp en/of te Boesingheliede en/of te Zwanenburg, allen gemeente Haarlemmermeer, en/of te Amsterdam in elk geval in Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk zonder vergunning van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, een of meer andere geneesmiddelen dan geneesmiddelen voor onderzoek, waaronder
- All Blacks Melanotan II 10 mg
- Boldenone Undecylenate 200 mg/ml
- dostranolone enanthate 200 mg/ml
- Drostanalone propionate 100 mg/ml
- Letrozol 2,5 mg (Ferrara)
- Methandrostenolone 10 mg
- Methandrostenolone 15 mg
- Methenolone Enanthate 100 mg/ml
- Nandrolone decanoate 200 mg/ml
- Stanozolol depot 50 mg/ml
- Testosterone Cyprionate 250 mg/ml
- Testosterone enanthate 250 mg/ml
- Testosterone heptylate 250 mg
- Testosterone propionate 100 mg/ml
- testosterone suspension
- Testosterone Suspension 75 mg/ml
- Testosterone undeconate 250 mg/ml
- Trenbolone enanthate 200 mg/ml
heeft bereid en/of heeft afgeleverd;
hij in of omstreeks de periode van 23 november 2016 tot en met 18 juni 2018 te Hoofddorp en/of te Boesingheliede en/of te Zwanenburg, beiden gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk geneesmiddelen, waaronder
- All Blacks Melanotan II 10 mg
- Boldenone Undecylenate 200 mg/ml
- dostranolone enanthate 200 mg/ml
- Drostanalone propionate 100 mg/ml
- Letrozol 2,5 mg (Ferrara)
- Methandrostenolone 10 mg
- Methandrostenolone 15 mg
- Methenolone Enanthate 100 mg/ml
- Nandrolone decanoate 200 mg/ml
- Stanozolol depot 50 mg/ml
- Testosterone Cyprionate 250 mg/ml
- Testosterone enanthate 250 mg/ml
- Testosterone heptylate 250 mg
- Testosterone propionate 100 mg/ml
- testosterone suspension
- Testosterone Suspension 75 mg/ml
- Testosterone undeconate 250 mg/ml
- Trenbolone enanthate 200 mg/ml
in het handelsverkeer heeft gebracht zonder handelsvergunning van de Europese Unie, verleend krachtens verordening 726/2004 dan wel krachtens die verordening juncto verordening 1394/2007, of van het College ter beoordeling van geneesmiddelen, verleend krachtens hoofdstuk 4 van de Geneesmiddelenwet;
hij in of omstreeks de periode van 23 november 2016 tot en met 18 juni 2018 te Hoofddorp en/of te Boesingheliede, beiden gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk geneesmiddelen, waarvoor geen handelsvergunning geldt/gelden, waaronder
- All Blacks Melanotan II 10 mg
- Boldenone Undecylenate 200 mg/ml
- dostranolone enanthate 200 mg/ml
- Drostanalone propionate 100 mg/ml
- Letrozol 2,5 mg (Ferrara)
- Methandrostenolone 10 mg
- Methandrostenolone 15 mg
- Methenolone Enanthate 100 mg/ml
- Nandrolone decanoate 200 mg/ml
- Stanozolol depot 50 mg/ml
- Testosterone Cyprionate 250 mg/ml
- Testosterone enanthate 250 mg/ml
- Testosterone heptylate 250 mg
- Testosterone propionate 100 mg/ml
- testosterone suspension
- Testosterone Suspension 75 mg/ml
- Testosterone undeconate 250 mg/ml
- Trenbolone enanthate 200 mg/ml
in voorraad heeft gehad en/of te koop heeft aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of ter hand heeft gesteld;
hij op of omstreeks 18 juni 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 9 tabletten 4-fluoramfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 4-fluoramfetamine, zijnde 4-fluoramfetamine en/of
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 subsidiair en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 23 november 2016 tot en met 18 juni 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, meerdere malen, telkens tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
opzettelijk zonder vergunning van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, een of meer andere geneesmiddelen dan geneesmiddelen voor onderzoek, waaronder
- All Blacks Melanotan II 10 mg
- Boldenone Undecylenate 200 mg/ml
- drostranolone enanthate 200 mg/ml
- Drostanolone propionate 100 mg/ml
- Letrozol 2,5 mg (Ferrara)
- Methandrostenolone 10 mg
- Methandrostenolone 15 mg
- Methenolone Enanthate 100 mg/ml
- Nandrolone decanoate 200 mg/ml
- Stanozolol depot 50 mg/ml
- Testosterone Cyprionate 250 mg/ml
- Testosterone enanthate 250 mg/ml
- Testosterone heptylate 250 mg
- Testosterone propionate 100 mg/ml
- testosterone suspension
- Testosterone Suspension 75 mg/ml
- Testosterone undeconate 250 mg/ml
- Trenbolone enanthate 200 mg/ml
heeft bereid en/of heeft afgeleverd;
hij in de periode van 23 november 2016 tot en met 18 juni 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, meerdere malen, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
opzettelijk geneesmiddelen, waarvoor geen handelsvergunning geldt, waaronder
- All Blacks Melanotan II 10 mg
- Boldenone Undecylenate 200 mg/ml
- dostranolone enanthate 200 mg/ml
- Drostanolone propionate 100 mg/ml
- Letrozol 2,5 mg (Ferrara)
- Methandrostenolone 10 mg
- Methandrostenolone 15 mg
- Methenolone Enanthate 100 mg/ml
- Nandrolone decanoate 200 mg/ml
- Stanozolol depot 50 mg/ml
- Testosterone Cyprionate 250 mg/ml
- Testosterone enanthate 250 mg/ml
- Testosterone heptylate 250 mg
- Testosterone propionate 100 mg/ml
- testosterone suspension
- Testosterone Suspension 75 mg/ml
- Testosterone undeconate 250 mg/ml
- Trenbolone enanthate 200 mg/ml
in voorraad heeft gehad en/of te koop heeft aangeboden en/of heeft afgeleverd;
hij op of 18 juni 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 9 tabletten 4-fluoramfetamine bevattende 4-fluoramfetamine.