ECLI:NL:RBNHO:2022:10876

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 november 2022
Publicatiedatum
7 december 2022
Zaaknummer
15/871634-17
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wegens overlijden van de verdachte

Op 18 november 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die inmiddels was overleden. De zaak betrof een tenlastelegging van bedreiging en geweld jegens een aangever, waarbij de verdachte en zijn mededaders zouden hebben geprobeerd de aangever te dwingen tot het afgeven van een geldbedrag. De officier van justitie verzocht de rechtbank om het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging, gezien het overlijden van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 28 september 2022 is overleden, zoals blijkt uit een informatiestaat van de Justitiële Informatiedienst. Gezien artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht is het recht tot strafvervolging vervallen, waardoor de officier van justitie niet langer kan worden ontvangen in de vervolging. De rechtbank heeft derhalve de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de strafvervolging. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/871634-17
Uitspraakdatum: 18 november 2022
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 18 november 2022 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
laatstelijk ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres].

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 28 tot en met 29 augustus 2017 te Loenersloot en Zaandam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededaders voorgenomen misdrijf om, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [aangever] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag, met zijn mededaders, althans met vier personen naar (het autobedrijf van) die [aangever] is toegegaan, waarna verdachte en/of zijn mededader(s):
- Tegen die [aangever] heeft / hebben gezegd dat [aangever] het leven van [betrokkene] zou hebben geruïneerd; dat [betrokkene] 200.000 euro zou willen en dat ze direct het geld wilden, en anders alle auto's zouden meenemen;
- Een klap in het gezicht van die [aangever] heeft gegeven;
- Met die [aangever] naar een pinautomaat is/zijn gereden;
- Een schuldbekentenis heeft/hebben opgesteld inhoudende dat 20.000 euro vanavond betaald zou worden en daarna elke maand 10.000 euro en dat hij de gevolgen zou weten als hij de afspraak niet zou nakomen (of woorden van dergelijke strekking);
- Heeft/hebben gezegd dat ze wisten waar die [aangever] woonde en dat hij een vrouw had met twee kinderen;
- ( op 29 augustus 2017) langs de woning, althans door de straat van die [aangever] heeft/hebben gereden en/of voor de woning heeft/hebben stilgestaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.

2.Voorvragen

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren wegens het overlijden van de verdachte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat in het dossier een informatiestaat SKDB-persoon van 28 september 2022 van de Justitiële Informatiedienst is opgenomen, waaruit blijkt dat de verdachte op [datum] te Dijk en Waard is overleden. Ingevolge artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht is daardoor het recht tot strafvervolging vervallen, zodat de officier van justitie niet langer kan worden ontvangen in de vervolging.

3.Beslissing

De rechtbank verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de strafvervolging.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.M. Jongkind, voorzitter,
mr. G.F.H. Lycklama à Nijeholt en mr. M. Ramondt, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. H.S. Singeling,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 november 2022.
Mr. Ramondt is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.