Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1], wonende te [plaats 1],
[minderjarige 1],
allen wonende te [plaats 3],
[minderjarige 2]en
[minderjarige 3],
allen wonende te [plaats 6],
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 6.650,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 juli 2017, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 847,00 dan wel € 856,08 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
RESTRICTIONS AT AIRPORT OF DEPARTURE WITH OR WITHOUT ATFM RESTRICTIONS”. Volgens de vervoerder werd deze vertraging veroorzaakt door overige startvertragingen die afkomstig zijn van de lokale verkeersleiding, waardoor de vlucht langer aan de gate werd gehouden. De passagiers betwisten dat de vertraging wegens code 89 als buitengewone omstandigheid kan worden aangemerkt, nu dit door de vervoerder onvoldoende is onderbouwd en geven voorts aan dat de vertraging ontstaan wegens code 89 vele oorzaken kan hebben. De kantonrechter volgt deze betwisting van de passagiers niet en is van oordeel dat de opgelegde slotrestricties aan vlucht LH997 als buitengewone omstandigheden kunnen worden aangemerkt. Daarbij wordt verwezen naar hetgeen hierover onder 5.6 is overwogen. Niet is gebleken dat de vervoerder zelf om een nieuwe slot heeft verzocht. De vertrekvertraging van de vlucht is dan ook in totaal voor de duur van 2 uur 10 minuten aan te merken als een buitengewone omstandigheid.
Overeenkomstig deze tarieven zal een bedrag aan incassokosten worden toegewezen van € 435,60 (inclusief btw), berekend over de toegewezen hoofdsom van € 2.400,00. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding, omdat de passagiers in elk geval vanaf die datum daarop aanspraak kan maken en gesteld noch gebleken is dat dit ook al vanaf een eerdere datum kon.
6.De beslissing
griffierecht € 231,00;
salaris gemachtigde € 436,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;